Waarom zijn referentierentes belangrijk?
Referentierentes zijn belangrijk omdat ze standaardisatie bieden. Daarmee verlagen ze de transactiekosten in de financiële sector; het gebruik van referentierentes voorkomt dat partijen voor elk financieel contract moeten onderhandelen over een referentiepunt voor afrekening. Referentierentes zoals EONIA, LIBOR en tal van andere rentebenchmarks in de financiële markten, worden dan ook voor veel verschillende producten gebruikt. Professionele beleggers gebruiken dergelijke rentes bijvoorbeeld bij zogenoemde renteswaps om de variabele rente te bepalen. Maar ook consumenten hebben producten gelieerd aan referentierentes, zoals de variabele rente bij hypotheken.
Op weg naar de €STR
In reactie op aangescherpte regelgeving worden wereldwijd de belangrijkste rentebenchmarks hervormd. Kern van de nieuwe regelgeving is dat referentierentes vanaf 2022 op transacties gebaseerd zijn in plaats van op beïnvloedbare inschattingen van een panel van geldmarkthandelaren. De twee belangrijkste referentierentes in het eurogebied, EONIA en Euribor (looptijden van een week tot een jaar), voldoen hier in hun huidige vorm niet aan. Waar Euribor nog kan worden hervormd om te voldoen aan de nieuwe eisen, is voor EONIA een alternatief ontwikkeld: de €STR.
De €STR wordt bepaald op basis van data die de 50 grootste banken in het eurogebied dagelijks aanleveren bij het Eurosysteem – de komende jaren wordt dit uitgebreid met transacties van meer banken. Ten opzichte van EONIA is de €STR gestoeld op een bredere samenstelling. Voor de €STR worden naast transacties tussen banken, namelijk ook transacties van banken met andere financiële instellingen meegenomen, zoals een verzekeraar die aan het einde van de dag geld bij de bank stalt. Daarnaast meet de €STR de rente die banken betalen aan financiële partijen om voor één dag ongedekt geld te lenen, terwijl EONIA juist transacties meet waarbij banken geld voor een dag uitlenen. Als gevolg van deze verschillen in methodologie ligt het €STR-tarief momenteel ongeveer 8,5 basispunt (0,085 procentpunt) lager dan EONIA (zie figuur 1).