Bron: DNB-analyse. De bandbreedtes geven het 95%-betrouwbaarheidsinterval aan.
De EMU-geschiedenis in vogelvlucht
De eerste tien jaar van de EMU gingen gepaard met kapitaalstromen van welvarende landen naar EMU-landen die nog een inhaalslag moesten maken. Het leek er toen op dat hierdoor de verschillen tussen welvarende en minder welvarende landen kleiner werden. Maar deze kapitaalstromen kwamen ook terecht in sectoren die niet echt bijdroegen aan hogere economische groei, terwijl ze wel leidden tot hogere schulden. Toen de wereldwijde financiële crisis uitbrak, werd duidelijk dat deze ontwikkeling niet houdbaar was. In de jaren hierop moesten deze landen hun economieën aanpassen, waarbij de economische verschillen tussen sommige landen weer groter werden.
Na de Europese schuldencrisis is een aantal stappen gezet om de eurozone te versterken. Er is nu bijvoorbeeld een gemeenschappelijk bankentoezicht en een noodfonds (Europees Stabiliteitsmechanisme) voor landen die in de problemen komen. Dit maakt de eurozone minder kwetsbaar voor schokken.
Ruimte voor verbetering
De eurozone heeft twee recente crises, namelijk de coronapandemie en de energiecrisis als gevolg van de Russische inval in Oekraïne, redelijk goed doorstaan. Maar we zijn er nog niet. Er is ruimte om de eurozone sterker en welvarender te maken. We noemen drie problemen en mogelijke oplossingen.
1. Stabiele prijzen
Om de inflatie stabiel te houden hebben we een goede samenwerking tussen centrale banken en overheden nodig. Het monetair beleid van centrale banken en het begrotingsbeleid van overheden functioneren idealiter als een soort tandem. Ze hebben samen een remmende werking als de economie te veel toeren maakt en de inflatie hoog is, en ondersteunen samen de economie als het minder gaat. Dit is in het verleden niet altijd goed gegaan. Tijdens de financiële crisis was er bijvoorbeeld ruim monetair beleid in de vorm van een lage rente en aankoopprogramma’s, terwijl het begrotingsbeleid de economie juist afremde. Recenter zitten we in een omgekeerde situatie.
2. Minder scheefgroei tussen lidstaten
De laatste tien jaar zijn verschillende EMU-landen, in tegenstelling tot wat gehoopt werd, economisch niet naar elkaar toegegroeid. Dit maakt het moeilijker om een monetair beleid te bepalen dat past bij de economie van alle lidstaten. En hierdoor kan ook het idee ontstaan dat niet alle landen even veel profiteren van de gedeelde munt, of sommige landen zelfs helemaal niet.
3. Gezonde overheidsfinanciën
Hoge overheidsschulden kunnen het beleid van de centrale bank om de prijsstabiliteit te handhaven frustreren. Daarom klinkt vaak de mantra dat landen met een hoge schuldenlast gewoon een strenger begrotingsbeleid moeten voeren. Verstandig begrotingsbeleid is zeker van belang, maar niet het hele verhaal: ook hogere economische groei is van belang voor het terugbrengen van schuldniveaus.
Oplossingsrichtingen voor een sterkere muntunie
Er zijn een paar oplossingsrichtingen om deze drie problemen aan te pakken. Ten eerste kunnen investeringen en uitgaven die raken aan gemeenschappelijke uitdagingen meer op het Europese niveau worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan klimaat, energie of defensie. Dit kan helpen om het Europese groeipotentieel te versterken en onze economieën te beschermen bij slecht economisch weer.
Dit betekent niet dat we met zijn allen meer moeten uitgeven en meer schulden aangaan. Daarom is het ten tweede van belang dat overeenstemming wordt bereikt over hervorming van de Europese begrotingsafspraken, zodat hoge overheidsschulden op nationaal niveau worden teruggebracht.
Ten derde kan de economie van het eurogebied profiteren van een sterkere samenwerking op het gebied van kapitaalmarkten. Internationale investeringen kunnen bijdragen aan economische groei en de financiering van bijvoorbeeld de klimaattransitie. Om dit te bereiken kunnen het gezamenlijk toezicht en regelgeving op kapitaalmarkten versterkt worden.
Meer weten over de EMU