Uit de studie blijkt daarnaast dat het transitierisico, en dus ook het risico op stranded assets, de komende jaren verder toeneemt. De geplande activiteiten van bedrijven waar pensioenfondsen en verzekeraars in beleggen, wijken de komende jaren namelijk in toenemende mate af van het transitiepad dat nodig is om de klimaatdoelen van het VN-verdrag van Parijs te halen. Dit betekent overigens niet dat de beleggingen in deze bedrijven per se moeten worden afgebouwd. Door middel van bijvoorbeeld het stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen of engagement kunnen financiële instellingen bedrijven waar ze in beleggen bewegen om hun CO2-intensieve activiteiten af te bouwen en te investeren in CO2-arme alternatieven.
Duurzaamheidsrisico’s meten ondanks databeperkingen
Het is belangrijk dat financiële instellingen niet wachten met het meten van duurzaamheidsrisico’s totdat ‘perfecte data’ beschikbaar zijn. De ervaring leert dat data juist beter worden door ermee aan de slag te gaan. Daarbij is het voorlopig onvermijdelijk om gebruik te maken van schattingen en gemodelleerde data totdat betere data op basis van geharmoniseerde standaarden beschikbaar komt. In dit kader heeft de International Financial Reporting Standards Foundation (IFRS Foundation) recent aangekondigd een Sustainability Standards Board op te zetten, met de ambitie om verschillende bestaande initiatieven op gebied van duurzaamheidsrapportages om te vormen tot een geharmoniseerde wereldwijde rapportagestandaard. Ook DNB maakt zich in samenwerking met de ECB sterk voor de ontwikkeling van geharmoniseerde standaarden en rekenmethoden om de datakwaliteit op het terrein van duurzaamheid te verbeteren.
Duurzaamheidsrisico’s integraal onderdeel van regulier toezicht
DNB houdt toezicht op adequate risicobeheersing door financiële instellingen. Dat geldt ook voor de beheersing van duurzaamheidsrisico’s. In 2022 zal DNB haar verwachtingen ten aanzien van de beheersing van duurzaamheidsrisico’s nader concretiseren en ter consultatie voorleggen aan de financiële sector. De intentie daarbij is om aan te sluiten bij de ECB-gids met toezichtverwachtingen voor banken die ingaat op de integratie van duurzaamheid in de strategie, governance, het risicobeheer en de rapportage. Er zal hierbij ook rekening gehouden worden met de specifieke kenmerken van niet-bancaire Nederlandse financiële instellingen.