TRANSITIENIEUWS – DNB publiceert factsheet over voorschriften in DNB-beschikking over invaarmelding
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
Gepubliceerd: 18 december 2018
Wat zijn de geschiktheidseisen voor de sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie van een pensioenfonds of premiepensioeninstelling?
Personen die houder zijn van de risicobeheerfunctie van een pensioenfonds of premiepensioeninstelling (ppi) moeten geschikt zijn. Geschiktheid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag om de taken behorende bij de positie van sleutelfunctiehouder naar behoren te vervullen. De geschiktheid van de sleutelfunctiehouder blijkt uit het samenstel van opleiding, kennis, werkervaring en competenties.
Hieronder leest u wat De Nederlandsche Bank (DNB) bedoelt met de taken van de sleutelfunctiehouder, de vereiste kennis en ervaring, de relevante opleiding en werkervaring en de competenties.
De sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie heeft verschillende taken. Bij die taken horen specifieke kennis en ervaring. In het overzicht hieronder staat wat die taken zijn en welke kennis en ervaring bij die taken passen.
Beoordeling risico's en beleidsontwikkeling
Toekomstige risico's
Risicobeheer
De mate van diepgang van de kennis op de verschillende deelgebieden moet in onderlinge samenhang worden bezien en in verhouding staan tot de omvang, aard, schaal en complexiteit van de werkzaamheden die de sleutelfunctiehouder verricht of gaat verrichten binnen de sleutelfunctie. DNB kijkt dus proportioneel naar de vereisten.
Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Zo zal de benodigde kennis en ervaring doorgaans groter zijn, naarmate de omvang van een fonds of ppi in termen van vermogen of aantal regelingen toeneemt. En ook als de complexiteit bij beleggingen groter is, of als de uitbestedingsrelaties of het stakeholdersveld complexer zijn, vraagt dat om meer kennis en vaardigheden. De proportionele toepassing van de vereiste mate van diepgang op de verschillende kennisgebieden wordt per situatie beoordeeld.
Gezien de breedte van het aandachtsgebied is het niet noodzakelijk dat de sleutelfunctiehouder zelf beschikt over diepgaande deskundigheid op alle kennisgebieden. De sleutelfunctiehouder moet in staat zijn om binnen diens verantwoordelijkheden de afweging te maken om meer specialistische taken te beleggen bij personen die werkzaamheden voor de sleutelfunctie uitvoeren. Uiteraard moet de sleutelfunctiehouder in die gevallen wel beschikken over voldoende kennis om de verantwoordelijkheid voor de sleutelfunctie te kunnen dragen.
Bij de geschiktheid van de sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie ligt de nadruk meer op het financieel risicobeheer dan op het niet-financieel risicobeheer.
Een manier om aan te tonen dat de kandidaat geschikt is voor de sleutelfunctie risicobeheerfunctie is aan de hand van relevante opleidingen en cursussen en relevante werkervaring op bovengenoemde terreinen. De sleutelfunctiehouder heeft een universitair of HBO werk- en denkniveau en heeft bij voorkeur een passende opleiding afgerond. Voorbeelden van passende opleidingen zijn: integraal of financieel risicomanagement, bedrijfseconomie, econometrie, wiskunde, bedrijfsinformatiekunde en bedrijfskunde. Andere relevante (vervolg)opleidingen zijn VBA, CFA, FRM, RMFI en modules binnen andere opleidingen die specifiek zien op kennis in relatie tot risicobeheer.
Een sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie heeft meerjarige relevante werkervaring op het gebied van risicobeheer en kan vanuit die ervaring goed omgaan met de bestuurscultuur en de dynamiek in en rondom besturen en bestuurscommissies. Het benodigd aantal jaren werkervaring en het niveau van de werkervaring worden proportioneel ingevuld. Dat wil zeggen dat die afhankelijk zijn van de aard, omvang en complexiteit van het fonds of de ppi. Verder is van belang dat de werkervaring van hetzelfde niveau is als vereist voor het sleutelfunctiehouderschap. Relevante werkervaring bestaat bij voorbeeld uit ervaring in een (pensioen)bestuursfunctie of intern toezichtfunctie met aandachtsgebied risicobeheer, een adviesfunctie in het risicobeheer, of een positie in het operationele of financiële risicomanagement van een financiële instelling.
DNB gaat voor de sleutelfunctiehouder risicobeheerfunctie uit van de competenties die in de Beleidsregel geschiktheid 2012 zijn opgenomen. Deze beleidsregel geeft een –niet limitatieve– opsomming van competenties. Voor de sleutelfunctiehouder risicobeheer zijn in ieder geval de volgende competentiesets relevant, waarbij de koppeling met de competenties in de beleidsregel geschiktheid 2012 zijn vetgedrukt:
Het is aan het pensioenfonds of de ppi om samen met de sleutelfunctiehouder aan te tonen dat de sleutelfunctiehouder over de vereiste competenties beschikt.
Als DNB de geschiktheid van de sleutelfunctiehouder beoordeelt en op basis van de aangeleverde informatie kan vaststellen dat de sleutelfunctiehouder aantoonbaar voldoet aan de voor de functie gestelde eisen, dan kan DNB daarover een positief besluit nemen zonder dat daarover een gesprek plaatsvindt.
DNB vraagt pensioenfondsen en ppi’s de geschiktheid van de kandidaat toe te lichten in het formulier ‘self assessment’. U kunt dit formulier downloaden via deze pagina. Het ingevulde formulier dient u vervolgens in via het Digitale Loket Toezicht als bijlage bij het toetsingsformulier.
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerVoor pensioenbestuurders en uitvoeringsorganisaties organiseert DNB op 9 april het jaarlijkse pensioenseminar. Het seminar is geheel gewijd aan de pensioentransitie, die van ons als sector een ongekend grote inspanning vraagt.
Lees meerIn de partiële beoordeling risicohouding neemt DNB voortaan de vormgeving van de toedelingsregels voor beschermings- en overrendement (SPR) en het beleggingsbeleid mee (SPR en FPR).
Lees meerIn een tijdperk waarin digitalisering een steeds grotere rol speelt, is het belangrijk dat de financiële sector weerbaar is tegen cyberdreigingen. Om harmonisatie binnen de Europese markt te stimuleren, heeft de Europese Unie daarom de Digital Operational Resilience Act (DORA) ingevoerd.
Lees meerOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.