Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Vereisten met betrekking tot milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen in wet- en regelgeving voor pensioenfondsen

Factsheet

Gepubliceerd: 03 oktober 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

DNB merkt in haar onderzoeken (Duurzaam beleggen in de Nederlandse pensioensector 2015 en Sectorbrief Duurzaam beleggen pensioenfondsen 2018) dat er steeds meer aandacht komt voor duurzaam beleid in de pensioensector. Mede op basis van toegenomen aantal vragen over dit onderwerp uit de sector en de implementatie van IORP II begin 2019, wil DNB pensioenfondsen faciliteren met deze factsheet. Deze factsheet is ook in een Pdf formaat opgesteld. Die treft u hier aan.

De factsheet geeft een overzicht van de vereisten voor pensioenfondsen die voortvloeien uit Nederlandse wet- en regelgeving op de volgende drie gebieden;

  1. de beheersing van milieu-, sociale en governancerisico’s
  2. de transparantie over beleid ten aanzien milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.
  3. de keuze van een pensioenfonds om bij een beleggingsbeleid rekening te houden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

De factsheet is ingedeeld volgens de drie hoofdthema’s van de beleggingscyclus, te weten beleid, risicomanagement en verantwoording. Een pensioenfonds stelt deze beleggingscyclus vast op grond van artikel 13a van het Besluit financieel toetsingskader (Besluit FTK). De cyclus ziet u hieronder, nadere toelichting vindt u in de DNB factsheet over beleggingsbeleid.

Governance Beleggingen - Pensioenfondsen

Deze factsheet biedt u in drie hoofdstukken een handzame toelichting van de verschillende wetsartikelen waarin eisen voorkomen waar u rekening mee kunt houden bij 1) het opstellen van beleid, 2) het risicomanagement en 3) bij de rapportage en verantwoording.

1. Beleid
Pensioenfondsen kunnen in het beleggingsbeleid rekening houden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Het betrekken van deze factoren in het beleggingsbeleid is binnen de kaders van de prudent person-regel in het algemeen goed mogelijk. De verantwoordelijkheid om een beleggingsbeleid te voeren in overeenstemming met het prudent person beginsel ligt bij het pensioenfonds.

De vraag in hoeverre een pensioenfonds rekening houdt met duurzaamheid in het beleggingsbeleid is bij uitstek een onderwerp dat zich leent voor het overleg van het fondsbestuur met de fondsorganen, om de doelstellingen en beleidsuitgangspunten vast te stellen (artikel 102a Pensioenwet (PW) c.q. artikel 109a Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb)). Dat overleg is behulpzaam bij het creëren van draagvlak voor de keuzes die gemaakt worden bij duurzaam beleggingsbeleid.

Meer informatie:

Voor pensioenfondsen geldt één expliciet verbod: op investeringen in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie, zie Artikel 5:68 Wft en artikel 21a Besluit Marktmisbruik Wft.

2. Risicomangement

De risico’s die verband houden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen met betrekking tot de beleggingsportefeuille en het beheer daarvan worden betrokken in het risicobeheer van een pensioenfonds. Een pensioenfonds heeft als langetermijnbelegger direct te maken met de consequenties van ecologische, economische of maatschappelijke ontwikkelingen op de toekomstige waarde van de beleggingen. De risico’s die daarmee verband houden, vormen dan ook een onderdeel van het risicobeheer en de eigenrisicobeoordeling. De eisen op dit gebied staan in Artikel 18 en Artikel 18b Besluit financieel toetsingskader.

Voor een tabel met minimaal vereiste elementen in de ERB, waaronder informatie over de procesbeschrijving en de risicoanalyse, verwijzen we u naar:

Uitbesteding
Als een pensioenfonds besloten heeft om in haar beleggingsbeleid rekening te houden met milieu, klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen dan moet op basis van artikel 34 Pw c.q. artikel 43 Wvb de opdracht die het pensioenfonds geeft aan de vermogensbeheerder (het beleggingsmandaat) aansluiten op dit beleid.

3. Rapportage aan de stakeholders

3.1 Werknemer cq deelnemer
In artikel 21 van de Pw en artikel 48 Wvb is neergelegd dat een werknemer c.q. deelnemer binnen drie maanden na de start van de pensioenverwerving basisinformatie over zijn pensioenregeling ontvangt (Pensioen 1-2-3). In artikel 2 Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling is opgenomen wat hieronder wordt verstaan. Zoals informatie over de wijze waarop het pensioenfonds in het beleggingsbeleid rekening houdt met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

3.2 Informatie in bestuursverslag en verklaring inzake beleggingsbeginselen
In Artikel 135, lid 4 Pw c.q. Artikel 130, lid 3 Wvb staat dat een pensioenfonds in zijn bestuursverslag vermeldt op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

Een verantwoordingsorgaan (115a Pw c.q. artikel 110e Wvb) of belanghebbendenorgaan (115c Pw) van een pensioenfonds heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het bestuursverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het intern toezicht over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst.

Verklaring inzake beleggingsbeginselen
In deze wettelijk verplichte verklaring wordt onder meer opgenomen de wijze waarop in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

Daarbij kan worden gedacht aan de wijze waarop bijvoorbeeld energieverbruik, klimaat, beschikbaarheid van grondstoffen, gezondheid, veiligheid en goed ondernemingsbestuur worden meegewogen bij het beleggingsbeleid.

Ontdek gerelateerde artikelen