Deze afzonderlijke waardering en herwaardering dient plaats te vinden op het moment dat een lening als NPE wordt geclassificeerd en vervolgens jaarlijks als de lening een bepaalde drempelwaarde overstijgt. Dezelfde richtsnoeren stellen in paragraaf 189 dat bevoegde autoriteiten deze drempel definiëren, openbaar maken en toepassen op alle kredietinstellingen in het rechtsgebied van de autoriteit. De ECB heeft voor de direct onder haar toezicht staande significante banken (SI’s) deze drempelwaarde voor niet-renderende leningen op een brutowaarde van EUR 300.000 vastgesteld en gepubliceerd in de ‘Leidraad voor banken inzake niet-renderende leningen’ in sectie 7.2.3.
DNB, als bevoegde autoriteit voor minder significante banken (LSI’s) in Nederland, volgt voor LSI’s het ECB-beleid voor SI’s aangaande deze drempel waarboven banken onroerende zekerheden gekoppeld aan niet-renderende leningen afzonderlijk moeten laten herwaarderen door een onafhankelijke taxateur. Dit betekent dat ook de LSI’s in Nederland onroerende zekerheden van niet-renderende leningen met een brutowaarde van meer dan EUR 300.000 afzonderlijk moeten laten (her)waarderen door een onafhankelijke taxateur.
Deze drempelwaarde moet met directe ingang worden toegepast in samenhang met hoofdstuk 9 van de EBA Richtsnoeren, en kan worden aangepast in navolging van eventuele wijzigingen die de ECB voor SI’s zal doorvoeren en publiceren.
Disclaimer:
Deze beleidsuiting van DNB wijkt af van de reguliere beleidsuitingen van DNB zoals beschreven in de Leeswijzer beleidsuitingen die is gepubliceerd op Open Boek Toezicht (zie: Leeswijzer beleidsuitingen DNB). De reden daarvoor is dat het niet gaat om een beleidsuiting op initiatief van DNB zelf, maar om de invulling van een discretie die is opgenomen in EBA Richtsnoeren die door DNB worden toegepast.