De Nederlandse implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2162 in de Wet financieel toezicht en het Besluit prudentiële regels is vanaf 8 juli 2022 van toepassing. Vanaf 8 juli 2022 wordt voor programma’s voor de uitgifte van gedekte obligaties een onderscheid gemaakt tussen i) bestaande programma’s die niet zijn aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving; ii) bestaande programma’s die omgezet zijn in lijn met de nieuwe wet- en regelgeving; en iii) nieuwe programma’s. Daarnaast is ook het doorlopend toezicht gewijzigd.
i. Bestaande programma’s zonder aanpassingen
Wanneer een programma voor gedekte obligaties niet wordt aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving, blijft het oorspronkelijke goedkeuringsbesluit van DNB bij registratie van het programma van toepassing. Vanwege het vervallen van artikel 40i Bpr (de bepaling inzake gezonde balansverhoudingen) zijn de uitgifteplafonds en backbookratio’s die bij registratie zijn opgelegd en nadien in het kader van de jaarlijkse beoordeling zijn bevestigd of herzien, niet langer van toepassing. In het kader van het lopend prudentieel toezicht is er uiteraard aandacht voor activabeklemming in bredere zin, in het bijzonder in de SREP.
Op gedekte obligaties die vóór 8 juli 2022 zijn uitgegeven onder een bestaand programma is het overgangsrecht van toepassing. Onder een programma voor gedekte obligaties dat niet is aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving, kunnen vanaf 8 juli 2022 geen nieuwe uitgiftes worden gedaan. Dit is ook vermeld in de lijst die DNB op grond van artikel 1:109 Wft publiceert. Deze programma's zijn nog wel te vinden in het register.
ii. Bestaande programma’s die worden aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving
Programma’s voor gedekte obligaties die worden aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving zijn in principe niet onderworpen aan een nieuw voorafgaand goedkeuringsbesluit van DNB. Dit betekent dat ook voor deze programma’s het oorspronkelijke goedkeuringsbesluit van DNB bij registratie van het programma van toepassing blijft. Vanwege het vervallen van artikel 40i Bpr (de bepaling inzake gezonde balansverhoudingen) zijn de uitgifteplafonds en backbookratio’s die bij registratie zijn opgelegd en nadien in het kader van de jaarlijkse beoordeling zijn bevestigd of herzien, niet langer van toepassing.
Met het oog op de uitvoering van het doorlopend toezicht op programma’s voor gedekte obligaties toetst DNB wel of deze programma’s voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving. DNB heeft hiervoor een self-assessment formulier opgesteld welke reeds (al dan niet via de DACB) beschikbaar is gesteld aan de banken die reeds een programma voor gedekte obligaties hebben en eveneens hieronder te vinden is. Hierin kunnen banken duidelijk maken hoe het programma voldoet aan de nieuwe wet- en regelgeving en waar wijzigingen zijn t.o.v. de oude wetgeving.
Wanneer uit de toetsing van DNB blijkt dat het programma voldoet aan de nieuwe wet- en regelgeving, bevestigt DNB dit middels een besluit en neemt DNB het programma op in de lijst die zij op grond van artikel 1:109 Wft publiceert.
iii. Nieuwe programma’s
Om de toetsing van nieuwe programma’s zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, dient een instelling het voornemen voor een nieuw programma tijdig kenbaar te maken aan DNB. In dit voorstadium zal DNB bekijken of een dergelijk nieuw programma passend is vanuit een prudentieel perspectief. Vervolgens zal DNB bij een officieel verzoek voor toestemming van een programma toetsen of dit programma voldoet aan de nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij dient een self-assessment formulier ingevuld te worden door de instelling (in lijn met de eerdere toezichtspraktijk).
Labelling
Gedekte obligaties uitgegeven vóór 8 juli 2022 waarvan de programmadocumentatie niet is aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving, kunnen op grond van het overgangsrecht tot hun vervaldag gedekte obligaties worden genoemd in overeenstemming met de richtlijn gedekte obligaties.
Gedekte obligaties uitgegeven vóór 8 juli 2022 waarvan de programmadocumentatie wel is aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving, zullen het label Europese gedekte obligatie (premium) krijgen.
Gedekte obligaties die worden uitgegeven onder nieuwe programma’s (opgezet vanaf 8 juli 2022) krijgen automatisch het label Europese gedekte obligatie (premium) aangezien onder de nieuwe Nederlandse wet- en regelgeving louter dit type programma’s zijn toegestaan.
Doorlopend toezicht
Met ingang van de nieuwe wet- en regelgeving is ook het doorlopend toezicht op gedekte obligaties aangepast. In tegenstelling tot de eerdere toezichtspraktijk, vindt er geen jaarlijkse beoordelingsronde meer plaats. Op basis van de informatie die aangeleverd dient te worden op grond van de oude dan wel nieuwe wetgeving zal DNB beoordelen of programma’s doorlopend compliant zijn. Deze informatie dient gestuurd te worden naar coveredbonds@dnb.nl. Steekproefsgewijs zal DNB additionele vragen stellen of documentatie opvragen.
Actuele lijst van programma’s van gedekte obligaties
Op grond van Art. 1:109 Wft dient DNB een actuele lijst te publiceren van banken waaraan de Nederlandsche Bank toestemming heeft verleend om in het kader van een programma gedekte obligaties uit te geven. Deze lijst moet ook de gedekte obligaties bevatten die het label «Europese gedekte obligatie» of het label «Europese gedekte obligatie (premium)» mogen gebruiken, als bedoeld in artikel 27 van de richtlijn gedekte obligaties.
De actuele lijst is te vinden in de bijlage.
Vragen
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u deze per e-mail stellen aan uw vaste contactpersoon met in cc: coveredbonds@dnb.nl.