Antwoord:
Indien een beleggingsonderneming een aanvraag wil indienen voor de solo-ontheffing van artikel 6, tweede lid IFR, moet zij aan de voorwaarden, zoals genoemd in het tweede lid van artikel 6 van de IFR, voldoen. Om dit te kunnen beoordelen, dient de volgende informatie ingediend te worden bij DNB:
- Een recent organogram, inclusief rapportagelijnen en bestuursfuncties tussen de beleggingsonderneming en haar moeder.
- Formele bevestiging van het bestuur van de moeder en de beleggingsonderneming dat aan alle voorwaarden van artikel 6, tweede lid IFR, wordt voldaan. In deze bevestiging dient expliciet in te gaan te worden op alle voorwaarden van artikel 6, tweede lid IFR.
- De statuten en eventuele overeenkomsten die betrekking kunnen op de onmiddellijke overdracht van kapitaal tussen de moeder en de beleggingsonderneming.
- Recent KvK-uittreksel van de moeder en de beleggingsonderneming.
- 403-verklaring van de moeder inclusief bewijs dat dit ook is verwerkt in het register van de KvK.
- Bevestiging van het bestuur van de moeder dat de beleggingsonderneming volledig is opgenomen in de systemen en interne controle processen van de moeder.
DNB zal toetsen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, tweede lid van de IFR en op basis daarvan besluiten of er een ontheffing kan worden verleend aan de beleggingsonderneming ten aanzien van artikel 6, tweede lid IFR.