De krappe arbeidsmarkt komt vooral door de vergrijzing. In 2040 is een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder; de samenstelling van de bevolking verandert en daar is niet veel aan te doen. We zullen hier mee om moeten leren gaan, want een tekort aan arbeidskrachten kan een rem zetten op onze economische groei en onze welvaart.
Personeelstekorten nu al merkbaar
Sectoren als de horeca, bouw en de ict hebben al een tijd moeite om personeel te vinden. In de zorg hebben we te maken met wachtlijsten en scholen kampen met lesuitval. Het tekort aan technici zoals installateurs van zonnepanelen en warmtepompen remt de klimaattransitie.
Rem op economische groei
De krapte op de arbeidsmarkt heeft gevolgen voor de economie en de brede welvaart. Als er structureel te weinig personeel is, hebben bedrijven grote moeite om hun productie uit te breiden, of zelfs op peil te houden.
De verwachting is dat de beroepsbevolking tot 2040 jaarlijks gemiddeld met zo’n 13.000 personen zal toenemen. Dit zouden er ruim 110.000 moeten zijn om de groei van economie en welvaart op het huidige niveau te houden. Als we niets doen gaat dat ten koste van de economische groei.
De economie past zich aan
Op de langere termijn zijn er manieren waarop de economie zich kan aanpassen aan een blijvend krappe arbeidsmarkt. Hieronder noemen we er drie:
- Door het verkleinen van de vraag naar arbeid, bijvoorbeeld door efficiënter te leren werken, de productiviteit te verhogen of bepaalde taken niet meer uit te voeren. Daarvoor is het nodig om te investeren in onderwijs, technologische ontwikkeling, kennis en vaardigheden van werknemers of slimmere manieren om werk te organiseren. Denk daarbij ook aan het inzetten van technologische vernieuwing zoals kunstmatige intelligentie (AI) en robots.
- Door het vergroten van het arbeidsaanbod. Dat betekent bijvoorbeeld dat medewerkers in deeltijd meer uren gaan werken of dat we later met pensioen gaan. Het is niet voor iedereen een makkelijke afweging tussen betaalde arbeid, (mantel)zorg voor gezin en naasten, en vrije tijd. In Nederland wordt bovendien al veel gewerkt. Van alle 15-64 jarigen is 85% actief op de arbeidsmarkt, dat is fors hoger dan het EU gemiddelde van 75%. En ondanks de vele deeltijdwerkers wordt er per hoofd van de bevolking in Nederland meer uren gewerkt dan gemiddeld in de EU.
Het aantrekken van meer migranten kan voor extra arbeidsaanbod zorgen, maar gaat gepaard met nieuwe uitdagingen. Ook nieuwkomers en hun families hebben bijvoorbeeld behoefte aan woningen, scholen en zorg.
- Door het verbeteren van de aansluiting tussen aanbod en vraag. We kunnen de spanning op de arbeidsmarkt niet alleen oplossen door de vraag naar personeel te verminderen of het arbeidsaanbod te vergroten, het draait ook om de juiste mensen op de juiste plek. Door verdere automatisering en technologische ontwikkeling zal de behoefte aan sommige typen personeel bijvoorbeeld afnemen. Maar anderzijds zal de vraag naar bijvoorbeeld zorgpersoneel of (installatie)technici juist toenemen. Loopbaanbegeleiding en om- en bijscholing kan mensen helpen om naar kansrijke beroepen te bewegen.
Er is niet één wondermiddel
De uiteindelijke oplossing zal bestaan uit een combinatie van de drie mogelijkheden hierboven. Daarnaast is het nodig dat we als samenleving nadenken over vragen die nu nog vaak onderbelicht blijven. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we de vraag naar arbeid verminderen als het aanbod niet meer sterk kan worden vergroot? Op welke activiteiten willen wij ons als Nederland in de toekomst meer of juist minder richten? En hoe kan de overheid burgers en bedrijven bij deze aanpassingen helpen? Die brede maatschappelijke discussie is nodig om de uitdagingen van de schaarste aan personeel in de toekomst samen te kunnen aanpakken, en de groei van onze economie en welvaart op peil te houden.