Terugkijken: Klaas Knot bij Nieuwsuur
Lonen, inflatie en de overheidsfinanciën waren de onderwerpen die Klaas Knot besprak bij Nieuwsuur op 24 september.
Lees meer Terugkijken: Klaas Knot bij NieuwsuurU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
© DNB
Er wordt wel eens gezegd dat inflatie op het ideale niveau zit als je er niemand over hoort. Maar zodra we merken dat de inflatie te hoog is, en het daar ook steeds met elkaar over hebben, gaan we ons hiernaar gedragen. Wat betekent dat eigenlijk?
Klaas Knot legt dit en andere vragen over inflatie uit in het eerste DNB College op vrijdag 16 december in Toomler, Amsterdam.
Als president van De Nederlandsche Bank zit Klaas Knot bovenop de inflatieontwikkelingen, en werkt hij met zijn Europese collega’s van de ECB aan de aanpak om de prijzen weer omlaag te krijgen. Samen met DNB-econoom Annelie Petersen vertelt Klaas Knot in dit college alles over inflatie. Je leert de basis: wat is inflatie en wanneer is het bijvoorbeeld goed. Maar ook: welke ontwikkelingen zijn nu gaande, wat heeft de prijzen nou zo opgedreven en hoe krijgen we ze weer omlaag?
In het college worden zes vragen behandeld:
Amber Kortzorg, presentator van Kassa, leidt het college in goede banen en zorgt dat niemand met vragen naar huis gaat. Comedian Stefan Pop van Klikbeet sluit het uur af met zijn geheel eigen kijk op inflatie.
Collegetekst alvast lezen?
Nieuwsgierig naar de uitleg van Klaas? Of die nog eens rustig teruglezen? Hieronder vind je de uitgeschreven tekst van zijn college aan de hand van de zes vragen.
Terugkijken?
We nemen het college op, en vanaf woensdag 21 december is het op onze website www.dnb.nl en op YouTube terug te kijken. We delen ook fragmenten op onze social media kanalen Insta, LinkedIn en Twitter.
Vragen?
En heb je nou nadat je de tekst gelezen hebt vragen? Of straks, als je de video bekeken hebt? Neem dan gerust contact op met onze collega’s van Publieksvoorlichting. Je bereikt hen via: info@dnb.nl of 0800 020 1068 (gratis).
Zoals Annelie net al zei, is de inflatie momenteel enorm hoog, als je die vergelijkt met andere tijden. Percentages van ruim boven de 10 procent zoals we dit afgelopen jaar hebben gezien, hebben we heel lang niet meer meegemaakt.
En dat is echt wennen, want we komen juist uit een lange periode, bijna 40 jaar, waarin de inflatie heel laag was, soms bijna 0.
Kijk deze grafiek maar:
© DNB
Slide: Ontwikkeling inflatie 1970-2022
We zitten nu in die piek helemaal rechts, en je moet helemaal terug naar de jaren ‘70 voor vergelijkbare prijsstijgingen. Toen hadden we trouwens ook een oliecrisis.
Dat heb ik nog meegemaakt: toen hadden we autoloze zondagen, omdat olieproducerende landen de oliekraan dicht draaiden na een conflict. Ik weet nog dat we fietsten en rolschaatsten op de snelweg.
Slide: Snelweg in de jaren ‘70
Je ziet dus al, zo’n hoge inflatie als we nu hebben, is uitzonderlijk. En als je terugkijkt hadden die uitschieters altijd duidelijke oorzaken. Ook dit keer zijn onder meer de energieprijzen de boosdoener.
© DNB
Slide: Opbouw huidige inflatie
Na de coronacrisis ging de economie weer razendsnel open. Het ging weer goed. Mensen gingen flink geld uitgeven. Alleen waren tijdens de coronacrisis heel veel problemen ontstaan met de levering van goederen, onderdelen en grondstoffen.
Fabrieken vielen stil en hadden moeite om weer volop te gaan draaien. Zeecontainers bleven op de kade staan, of stonden op de verkeerde plek. En dan was er ook nog personeelstekort, waardoor nu bijvoorbeeld nog steeds veel restaurants en cafés dicht blijven.
Het gevolg: het aanbod van producten en diensten kon de stijgende vraag niet bijhouden. Dat leidt tot schaarste, en schaarste, weet je ook als niet-econoom, zorgt voor hogere prijzen.
De oorlog in Oekraïne deed daar nog een schepje bovenop. Die heeft de tekorten vergroot. Rusland draait de gaskraan dicht, dat zie je terug in je gas- en lichtrekening. Voor Oekraïne is het moeilijk om graan te exporteren, dat maakt het brood duurder.
Dat was ook te zien in het filmpje met Annelie. Een heel brood kost nu een stuk meer dan een jaar geleden.
Als ik het even iets academischer mag uitleggen – dit is tenslotte een college:
© DNB
Slide: Vraag-Aanbod evenwicht
Er zijn grofweg twee manieren waarop inflatie kan ontstaan. De eerste manier is als de vraag naar goederen en diensten toeneemt en het aanbod die vraag niet kan bijbenen. Op een vrije markt wordt de prijs van producten bepaald door vraag en aanbod. Als er meer vraag komt naar een product en het aanbod blijft gelijk, dan stijgt vanzelf de prijs.
Dat kan voor een bepaald product gelden – een jas, een brood – , maar als de vraag naar alle producten op alle markten in een land toeneemt – dat noemen we de geaggregeerde vraag – leidt dat tot een stijging van het algemeen prijspeil. Alle producten worden dan duurder.
© DNB
Slide: Stippellijn ‘vraag’ naar rechts
Dat kan bijvoorbeeld komen doordat mensen meer geld verdienen en dus meer gaan besteden. Of als de overheid besluit de belasting te verlagen of juist subsidie te geven. Dan hebben mensen ook meer te besteden.
De andere manier waarop inflatie kan ontstaan, is als er iets verandert in het aanbod van goederen en diensten. Als het meer geld kost om een product te maken, zal de maker een hogere prijs moeten vragen. Tenminste, als hij zijn winst overeind wil houden.
© DNB
Slide: Stippellijn ‘aanbod’ omhoog
Er zijn verschillende kosten die ervoor kunnen zorgen dat de productie duurder wordt. Loonkosten, bijvoorbeeld. Als de salarissen van jouw medewerkers stijgen en je productie groeit niet, dan gaan de loonkosten per artikel dat je maakt, omhoog.
Een ander voorbeeld zijn de kosten van grondstoffen en energiekosten, die spelen nu natuurlijk sterk mee. Denk aan tuinders die hun kassen moeten stoken met gas, of een aannemer die het hout echt heeft zien verdubbelen in prijs.
Maar hoe erg is inflatie eigenlijk? Nou, een beetje inflatie, dat is niet zo erg. Sterker nog: het is zelfs goed voor de economie.
Wij zien graag dat de jaarlijkse inflatie tussen de 0 en 2 procent ligt. En dan op de middellange termijn het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van die 2 procent. Bij zo’n inflatieniveau spreken wij namelijk van stabiele prijzen.
Er is dan geen sterke prijsstijging of -daling, de prijzen kunnen ten opzichte van elkaar wel een beetje veranderen, maar er blijft vertrouwen in de waarde van ons geld. Prijsstabiliteit is ook goed voor economische groei en de werkgelegenheid.
Een beetje inflatie is dus niet zo erg. Maar het is natuurlijk wel hartstikke vervelend als de prijzen fors stijgen, zoals nu. Je hebt vast gelezen of gezien dat 1,2 miljoen huishoudens echt in betalingsproblemen kunnen komen als de energieprijzen hoog blijven.
Maar er speelt nog een ander gevaar als de inflatie echt te hoog is: als alles duurder wordt, ligt het voor de hand dat jij je werkgever om een loonsverhoging vraagt. Die krijg je vast, maar het bedrijf waar je werkt zal waarschijnlijk zijn prijzen moeten verhogen om jouw loonsverhoging en die van je collega’s te kunnen betalen. Doen veel bedrijven dit, dan zullen dus de prijzen van veel producten verder stijgen. Waardoor jij weer niet uitkomt met je salaris, misschien weer om loonsverhoging vraagt en de prijsspiraal dus verder gaat.
Dat haasje-over tussen lonen en prijzen noemen we een loon-prijsspiraal en het is geen fijn scenario. Gelukkig is er op dit moment geen sprake van zo’n spiraal, maar we moeten dit wel goed in de gaten blijven houden. Want als het geld zo snel aan waarde verliest, verliezen mensen hun vertrouwen in het geld.
En er speelt nog iets, dat zich op een psychologisch niveau afspeelt, iets dat zich kan nestelen in ons brein. Dat zit zo: zolang je je niet druk maakt over stijgende prijzen, heb je ook niet het idee dat de prijzen erg veel stijgen.
Er wordt wel eens gezegd dat inflatie op het ideale niveau zit als je er niemand over hoort. Dan hebben mensen niet veel aandacht voor veranderende prijzen. Maar zodra mensen horen dat de inflatie te hoog is en het daar ook steeds met elkaar over hebben, gaan ze zich daarnaar gedragen.
Stel, je wasmachine is eigenlijk aan vervanging toe. Een nieuwe kost 500 euro. Nu hóef je niet meteen een nieuwe, maar als je door de berichten over hoge inflatie het idee hebt dat diezelfde machine over een maand misschien wel 550 euro kost, dan is de kans dat je ‘m nu koopt best groot. Je stelt je aankopen dus niet uit.
Als iedereen zo denkt, dan willen mensen nu allemaal hun uitgaven doen. En dat betekent dat de vraag toeneemt. En we hebben net gezien dat als de vraag toeneemt, de prijzen omhoog gaan en er dus meer inflatie komt. Kortom, hoge inflatie leidt dan tot nog meer inflatie.
Om al die redenen zien we dus graag een beperkte inflatie als centrale bank. Die moet wat ons betreft een stuk lager liggen dan waar we vandaag tegen aankijken.
Rechtstreekse invloed op de prijs van producten in de supermarkt hebben we niet, en de graanvoorraden kunnen we ook niet vergroten. Maar gelukkig is inflatie iets dat we wel kunnen beïnvloeden. Dat doen we indirect, met monetair beleid.
Sterker nog, dat kunnen we niet alleen, dat moeten we: het is een van de belangrijkste taken van De Nederlandsche Bank: de prijzen stabiel houden.
Dit is een goed moment om even kort uit te leggen waartoe De Nederlandsche Bank op aard is. Wij zijn de centrale bank van Nederland, net zoals alle landen een centrale bank hebben. En samen met de andere eurolanden in de Europese Unie hebben we een Europese Centrale Bank. De ECB.
Die banken hebben samen tot taak om de prijzen stabiel te houden in alle landen die de euro gebruiken. En dat betekent dat we ons best doen om hoge inflatie tegen te gaan.
Maar hoe doen we dat dan? Dat doen we met rente. Ik zal het proberen uit te leggen, maar dit is best ingewikkeld. Commerciële banken, zoals ABN, ING, RABO en ASN, kunnen bij ons geld lenen, bijvoorbeeld om zelf geld aan hun klanten uit te lenen. Zo kunnen wij beïnvloeden hoeveel geld er in de economie omgaat.
Onder normale omstandigheden brengt de centrale bank namelijk rente in rekening voor het geld dat we uitlenen. Als de centrale bank die leenrente verhoogt, zullen de commerciële banken minder geld bij ons lenen. Dan hebben zij dus ook weer minder geld om als lening te geven aan bedrijven en huishoudens.
Daar komt nog bij dat het bij een hogere rente aantrekkelijker is voor mensen om hun geld even op te sparen en niet meteen uit te geven. Iedereen geeft dan minder geld uit, de vraag wordt minder en dat kan hogere prijzen afremmen.
Omgekeerd werkt het ook: Als de centrale bank de rente laag houdt, zijn commerciële banken geneigd meer uit te lenen en komt er uiteindelijk meer geld in omloop bij bedrijven en huishoudens.
Maar wat heeft dat met de inflatie te maken?
Nou, als banken meer en goedkoper krediet kunnen verstrekken, krijgen bedrijven meer financiële ruimte om uit te breiden…
…om meer fabrieken neer te zetten…
…en meer personeel aan te nemen.
Kortom, de economie krijgt een impuls door die lage rente en een hogere geldhoeveelheid. En daarmee neemt de inflatie toe. Kort samengevat: door aan de renteknop te draaien, hebben wij als centrale banken invloed op de kredietverlening, daarmee op de economische activiteit en uiteindelijk op de inflatie.
Maar de inflatie is ook het gevolg van wereldwijde ontwikkelingen waarop ons rentebeleid geen vat krijgt. Oorlog bijvoorbeeld, of ingrijpende belastingmaatregelen van een overheid. Daar kunnen wij als centrale bank niet veel aan doen.
En het is achteraf gek om je te realiseren: we zijn al die jaren dus uit alle macht bezig geweest de inflatie omhoog te krijgen, want hij ging maar niet richting die 2 procent waarop we sturen met ons beleid. En nu is het juist alle hens aan dek om de inflatie te bedwingen. Het kan verkeren.
Terug naar de hogere rente van de ECB. Zoals ik al zei, wil de ECB de inflatie omlaag krijgen door de rente te verhogen. In de afgelopen maanden in 2022 heeft de ECB de rente stapsgewijs verhoogd: in juli met 0,5% en in september en oktober beide met nog eens 0,75%. In december volgde een verhoging met 0,5%.
En dat leidt weer tot twee nieuwe vragen: Wat gaan we merken van een hogere rente? En de grote vraag: werkt het beleid van de ECB ook echt? Leidt het tot lagere inflatie?
Om met de eerste vraag te beginnen: Een hogere rente gaan we allemaal merken in ons dagelijkse leven. Denk aan de hypotheekrente. Als je nu een hypotheek afsluit, betaal je meer rente en heb je hogere maandlasten. Dus leen je minder. En dat kan weer gevolgen hebben voor de huizenprijzen.
Denk verder ook aan alles wat je op afbetaling koopt. Dat is ook een vorm van lenen waar je misschien wel hogere rent op moet betalen. Aan de andere kant zullen de spaarrentes ook omhoog gaan, en levert sparen voor het eerst in lange tijd weer wat op. En ook voor de pensioenen is een hogere rente gunstig. Kortom, een hogere rente heeft op bijna iedereen best wat impact.
En dan die andere belangrijke vraag: werken de renteverhogingen van de ECB ook? Nou, zulke rentestappen hebben altijd tijd nodig om uit te werken. Dus om eerlijk te zijn: hoeveel impact het aangepaste ECB-beleid en de renteverhogingen zullen hebben, moeten we voor een deel afwachten.
De werkelijkheid is ook weerbarstig, er kunnen altijd onvoorziene schokken optreden. Maar de Europese Centrale Bank en De Nederlandsche Bank zullen blijven bijsturen tot de inflatie onder controle is. Daarop mogen alle mensen vertrouwen, want het is belangrijk dat ze vertrouwen houden in ons geld, de euro.
En al is de huidige inflatie echt griezelig hoog, ik nodig je toch uit om vooral naar de middellange termijn te kijken. Dat doen wij met ons beleid ook. Het is moeilijk om de inflatie van maand tot maand heel precies te sturen. Maar op de wat langere termijn zijn centrale banken altijd behoorlijk succesvol geweest in het beheersen van de inflatie.
Dat heeft alles te maken met verwachtingen. Zoals ik al zei, speelt psychologie een belangrijke rol. Als mensen verwachten dat de inflatie lang hoog blijft, dan gaan ze zich daarnaar gedragen en kopen ze nu snel hun spullen en dat drijft de prijzen verder op.
Omgekeerd werkt dat ook zo: als mensen verwachten dat de inflatie tijdelijk is, bijvoorbeeld omdat de centrale bank ingrijpt, zullen ze zich hier ook naar gaan gedragen en stellen ze die aankoop misschien toch nog even uit…
…wat ervoor zorgt dat prijzen lager kunnen worden. Lage inflatieverwachtingen zijn dus cruciaal in het voorkomen van hogere inflatie.
Dat is een beetje een self fulfilling prophecy, maar toch: zo werkt het echt. Het is dus heel belangrijk dat mensen er vertrouwen in hebben dat er een instantie is die de prijzen stabiel houdt. Dat er, kortom, een betrouwbare centrale bank is die de juiste beslissingen neemt.
Lees ook:
Lonen, inflatie en de overheidsfinanciën waren de onderwerpen die Klaas Knot besprak bij Nieuwsuur op 24 september.
Lees meer Terugkijken: Klaas Knot bij Nieuwsuur“De geloofwaardigheid van het monetaire beleid ontstaat niet vanzelf. Die moet verdiend worden. Steeds weer opnieuw.” aldus Klaas Knot in zijn toespraak op Koç University in Istanboel. Daar sprak hij over de noodzaak van onafhankelijke centrale banken om de uitdagingen van onze tijd aan te kunnen.
Lees meer De missie van Gerard Vissering: waarom we onafhankelijke centrale banken nodig hebbenZomer. Eindelijk tijd om de hangmat uit te rollen en het beste van de DNB-site nog eens terug te lezen. Dit bericht is de derde in een reeks waarin we een aantal artikelen die dit jaar zijn verschenen voor je op een rijtje hebben gezet, gegroepeerd naar thema. Dit keer: de inflatie.
Lees meer Leestip: lees hier alles terug over de inflatie“Binnenkort kan het dan ook gepast zijn om de huidige restrictieve monetaire beleidskoers te versoepelen en geleidelijk onze voet van de rem te halen", zei Klaas Knot vandaag op het Barclays-CEPR Monetary Policy Forum. Knot sprak over de economie, de inflatie en het monetaire beleid.
Lees meer Leren van het verleden en vooruitkijken naar de toekomst: monetair beleid onder de loepOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.