Uitstaande securitisaties sterk afgenomen
In 2022 nam de uitstaande omvang van – bij beleggers geplaatste – Nederlandse securitisaties van woninghypotheken af met EUR 5,3 miljard (-17%) tot EUR 25,9 miljard. Relatief was de daling bijna tweemaal zo groot als gemiddeld sinds 2010.
De dalende trend hangt onder meer samen met het gebruik van andere financieringsvormen voor banken, waarmee zij in de afgelopen jaren makkelijker en goedkoper aan geld konden komen. Voorbeelden hiervan zijn de extra leenfaciliteiten van de Europese Centrale Bank (ECB) en de uitgifte van gedekte obligaties (‘covered bonds’).
Ook het afgenomen aandeel van banken bij nieuwe hypotheekverstrekkingen droeg daaraan bij. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn – al dan niet via beleggingsinstellingen – sinds 2014 juist fors meer gaan investeren in woninghypotheken zelf, daarbij minder beleggend in securitisaties. De aantrekkelijkheid van hypotheken als belegging voor institutionele beleggers nam toe, bijvoorbeeld doordat de lange looptijden van nieuwe hypotheken goed aansluiten bij het langlopende karakter van hun verplichtingen.
In 2022 vond nog wel voor EUR 3,1 miljard aan nieuwe externe securitisatie-uitgiftes van woninghypotheken plaats (EUR 5,9 miljard in 2021), hoofdzakelijk door niet-bancaire hypotheekverstrekkers. Deze waren echter niet genoeg om de afloop van bestaande securitisaties te compenseren en de dalende trend te doen keren.
Meer gedekte obligaties
Het uitstaande bedrag aan gedekte obligaties van Nederlandse banken bleef in 2022 vrijwel onveranderd (EUR 88,3 miljard), hoewel er voor EUR 11,4 miljard aan nieuwe emissies werd verricht (2021: EUR 8,2 miljard).Sinds 2015 is de uitstaande omvang van gedekte obligaties hoger dan die van securitisaties. Daarbij kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals de lagere financieringskosten van gedekte obligaties, de geringere kosten voor het opzetten en beheren van een gedekte obligatieprogramma en de gestelde eisen aan securitisaties vanwege hun complexere aard.