Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Niet-bancaire financiële intermediatie (NBFI)

Jaarlijks brengt DNB voor het onderzoek van de Financial Stability Board de zogeheten niet-bancaire financiële intermediatie (NBFI) in Nederland in kaart. Het doel is om zicht te krijgen op hoe groot de instellingen zijn die activiteiten ontplooien met bankachtige risico's, maar die formeel geen bank zijn en ook buiten het bankentoezicht van DNB vallen. Bankachtige risico's zijn bijvoorbeeld risico's door liquiditeits- en looptijdtransformatie en hefboomgebruik (relatief veel vreemd vermogen). Voorheen werden dit soort instellingen ook wel schaduwbanken genoemd.

Omvang van NBFI naar financiële sector

De NBFI in brede zin (te zien in grafiek 1) bevat de balansomvang van alle financiële sectoren behalve de banken en de centrale bank. Hierbinnen vormen de financiële instellingen binnen concernverband, bestaande uit met name zogenoemde brievenbusmaatschappijen, de grootste groep, gemeten naar balanstotaal.

* Vanwege de beschikbare data voor deze periode zijn in de grafiek ook financiële hulpbedrijven inbegrepen, die methodologisch buiten NBFI vallen.

Vernauwing van NBFI

Grafiek 2 toont de omvang van de niet-bancaire financiële sectoren in het meest recente beschikbare jaar.

Het merendeel van de niet-bancaire financiële instellingen houdt zich niet bezig met kredietintermediatie; daar is dan ook geen sprake van kwetsbaarheden die ook in het bankwezen voorkomen. De verzekeraars, pensioenfondsen en financiële instellingen binnen concernverband worden daarom voor het in kaart brengen van potentiële risico’s in zijn geheel buiten beschouwing gelaten. Ook bij een groot deel van de beleggingsfondsen en de overige financiële intermediairs vinden geen bankachtige activiteiten plaats, zodat maar een klein deel van deze twee sectoren onder de nauwe maatstaf van NBFI wordt geschaard.

Nauwe maatstaf NBFI naar Economische Functie

Wat in de nauwe maatstaf van NBFI overblijft, kan verder uitgesplitst worden naar Economische Functies (EF). De gegevens zijn beschikbaar vanaf 2010.

  • EF1 
    ‘Open ended’ beleggingsfondsen zoals geldmartkfondsen, obligatiefondsen, hedgefondsen, hypotheekfondsen en andere vastgoedfondsen. Dit zijn beleggingsfondsen waar investeerders makkelijk kunnen uitstappen, waardoor ze kwetsbaar zijn voor runs.
  • EF2
    Financieringsmaatschappijen die hypotheken of consumptieve kredieten verstrekken, voor zover niet prudentieel meegeconsolideerd in bankengroepen.
  • EF 3
    Effecten- en derivatenhandelaren die voor eigen rekening handelen, zoals market makers en flitshandelaren.
  • EF 4
    Facilitering van kredietintermediatie. Deze entiteiten komen in Nederland niet voor.
  • EF 5
    Op securitisatie gebaseerde kredietintermediatie, bijvoorbeeld uitgifte van ‘asset-’ of ‘mortgage-backed securities (ABS/MBS) en collateralised loan obligations (CLOs). Het betreft alleen securitisatievehikels voor zover niet prudentieel meegeconsolideerd in bankengroepen.

Financial Stability Board (FSB)

De FSB is een internationaal overlegorgaan opgericht in 2009 en heeft als taak de stabiliteit van het wereldwijde financiële systeem te bevorderen. De FSB brengt financiële stabiliteitsrisico’s in kaart en coördineert de totstandkoming en invoering van internationale regelgeving voor de financiële sector. De leden zijn financiële autoriteiten uit 24 landen en andere internationale organisaties, waaronder het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en het Bazels Comité van Bankentoezichthouders (BCBS). Namens Nederland zijn De Nederlandsche Bank en het Ministerie van Financiën vertegenwoordigd. Het secretariaat van de FSB is gevestigd in het Zwitserse Bazel bij de Bank voor Internationale Betalingen (BIS).

Meer informatie over de FSB vindt u op de website van de FSB.

Meer informatie

Lees meer over de methodologie in het tabblad ‘Toelichting op datatabel’ van de tabellen Omvang niet-bancaire financiele intermediatie (NBFI).