Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Model en modelparameters onderliggend aan scenarioset

Q&A

Gepubliceerd: 09 januari 2021

Bekijk eerdere versies in het archief

Vraag:

Welk model en welke modelparameters liggen ten grondslag aan de gepubliceerde scenariosets voor toepassing van de haalbaarheidstoets en de rekenmethodieken voor weergave van ouderdomspensioen in scenario’s?

Antwoord:

De scenarioset is gebaseerd op het model zoals dat door Koijen, Nijman & Werker (2010) is ontwikkeld, het KNW-model. De modelspecificaties zijn te vinden in Draper (2014) (Nick Draper, A financial market model for the Netherlands).

De Commissie Parameters heeft in 2019 geadviseerd of het KNW-model nog gehanteerd kan worden. De commissie adviseert om het KNW-model te blijven hanteren, met een herkalibratie van de parameters. De commissie adviseert voorts om 10.000 scenario’s te gebruiken in plaats van 2.000. DNB heeft in juni 2019 aangegeven dat DNB de nieuwe scenarioset vanaf het eerste kwartaal van 2020 zal publiceren. Vanaf 1 januari 2020 moeten pensioenuitvoerders dus met die set rekenen. Dit betreft ook de uitbreiding tot 10.000 scenario’s omdat dit leidt tot nauwkeurigere resultaten voor zowel de haalbaarheidstoets als de uniforme rekenmethodieken.

DNB heeft besloten dat, voor de toepassing van de rekenmethodieken voor weergave van ouderdomspensioen in scenario’s, pensioenuitvoerders tot eind 2022 nog gebruik mogen maken van een scenarioset van 2.000 scenario’s die DNB hiervoor ook ter beschikking stelt. Voor een korte toelichting zie de Factsheet Scenarioset haalbaarheidstoets – pensioenfondsen. De haalbaarheidstoets die vanaf 1 januari 2020 wordt verricht moet gebaseerd worden op de scenarioset van 10.000 scenario’s.

De commissie heeft het KNW-model gekalibreerd op recente maandelijkse data voor rentes, inflatie en aandelenrendementen voor de periode van januari 1999 t/m december 2018. In de kalibratie zijn restricties opgelegd voor de gemiddelde meetkundige prijsinflatie (1,9%), het gemiddelde meetkundige netto aandelenrendement (5,6%) en de Ultimate Forward Rate. Dit komt overeen met de door de commissie geadviseerde parameters. Deze herkalibratie beperkt ook het aantal scenario’s met zeer lage (negatieve) en hoge rentes.

DNB heeft met ingang van 1 januari 2021 modelparameters van de uniforme scenario-set aangepast ten opzichte van het advies van de Commissie Parameters 2019. Een overzicht van de aangepaste modelparameters, inclusief nadere details over de aanpassing, is opgenomen in het Excel-spreadsheet met de scenario-set per 1 januari 2021.

De scenario-set wordt elk kwartaal geactualiseerd conform de methode beschreven in sectie 4 van bijlage H van het advies. Deze methode komt er in grote lijnen op neer dat twee parameters en twee toestandsvariabelen worden aangepast om de UFR en de startrentetermijnstructuur in de set zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de UFR en rentetermijnstructuur van het kwartaaleinde waarop de scenarioset betrekking heeft.

De aangepaste parameters en toestandsvariabelen staan op de ’read me’ tab van de gepubliceerde scenarioset.