De wijze van itereren is afhankelijk van het rentebeleid dat het pensioenfonds voert en is verschillend voor de situatie waarin het fonds de renteafdekking richt op (een percentage van) de rentegevoeligheid van de verplichtingen dan wel voor de situatie waarin het rentebeleid is gericht op de rentegevoeligheid van het belegd vermogen.
Renteafdekking in iteratief proces
Het vereist eigen vermogen (VEV) wordt bepaald aan de hand van een iteratief proces, waarin vanuit de initiële balans wordt geïtereerd tot een evenwichtssituatie. Voor de evenwichtssituatie geldt dat het eigen vermogen precies gelijk is aan het eigen vermogen, berekend na toepassing van de voorgeschreven schokken op de balans in evenwichtssituatie. De wijze van itereren is omschreven in artikel 2 van bijlage 3 van de Regeling Pensioenwet. Het beleggingsbeleid met de bijbehorende beleggingskarakteristieken blijft daarbij gelijk.
Bij de iteraties onderscheiden we twee situaties (of een combinatie daarvan) voor S1 renterisico, afhankelijk van de manier waarop het renteafdekkingsbeleid is vorm gegeven:
- Het pensioenfonds hanteert een renteafdekkingsbeleid waarbij een percentage van de rentegevoeligheid van de verplichtingen wordt afgedekt, bijvoorbeeld 50 procent. In die gevallen blijft de impact van de renteschok op de activa en passiva (en daarmee de totale impact van S1) gelijk in de iteraties, omdat bij de iteraties de omvang en daarmee de rentegevoeligheid van zowel beleggingen als verplichtingen gelijk blijven.
- Het pensioenfonds hanteert een vaste rentegevoeligheid van de beleggingen, bijvoorbeeld een duration van 10 voor de beleggingen. In die gevallen wijzigt de impact van de renteschok op de activa in de verschillende iteraties, maar niet op de passiva; bij de iteraties wijzigt immers de omvang van de beleggingen en daarmee de rentegevoeligheid van het eigen vermogen.
De wijze van itereren, d.w.z. de renteafdekking in de verschillende iteraties, is dus afhankelijk van het rentebeleid dat het pensioenfonds voert.
In onderstaande tabellen wordt een voorbeeld gegeven van vaststelling van het vereist eigen vermogen in situatie 1 (Tabel 1) en situatie 2 (Tabel 2). Hierbij wordt in de eerste iteratie (kolom 2, initiële toetswaarde solvabiliteit) uitgegaan van de strategische rentehedge op balansdatum. Voorts wordt in de iteraties naar het VEV (in evenwicht, kolom 4) uitgegaan van het strategisch rentebeleid volgens situatie 1 dan wel situatie 2.