Uiterlijk vanaf 1 januari 2027 wordt pensioen alleen nog opgebouwd in een solidaire premieregeling, een flexibele premieregeling of eventueel nog bij verzekeraars en PPI’s in een premie-uitkeringsovereenkomst. De bestaande regels voor een kostendekkende premie zijn in de nieuwe pensioenregelingen niet meer van toepassing. Het bestaande beleid van DNB over de pensioenpremie is dan niet meer van toepassing op deze nieuwe pensioenregelingen.
De vaststelling van de hoogte van de premie is niet de verantwoordelijkheid van de pensioenuitvoerder maar van de partijen die de pensioenovereenkomst sluiten. Bij uitvoering van een solidaire premieregeling geldt wel dat een pensioenuitvoerder de kans moet berekenen dat met de premie de beoogde pensioendoelstelling wordt gehaald en zal dat aan sociale partners moeten mededelen in de opdrachtbevestiging. Dat en meer leest u in de factsheet Consistentie tussen premie en pensioendoelstelling in de solidaire premieregeling.
Overgangsrecht tijdens de transitieperiode van de Wet toekomst pensioenen
De bestaande wettelijke regels voor kostendekkende premie blijven tot uiterlijk 1 januari 2027 tijdelijk nog van toepassing op per 1 juli 2023 bestaande pensioenregelingen waarin nog pensioen wordt opgebouwd en die nog niet zijn aangepast aan de Wtp. Dit volgt uit het overgangsrecht van artikel 220i, eerste lid en artikel 128 Pensioenwet. Pensioenfondsen zijn dan nog verplicht om ten minste een kostendekkende premie te hanteren, er gelden geen aangepaste regels voor de pensioenpremie.
In een aantal factsheets en Q&A’s wordt verduidelijkt hoe DNB toezicht houdt op de bepalingen rondom het vaststellen van de kostendekkende premie tijdens de overgangsperiode. Deze beleidsuitingen blijven van toepassing op pensioenfondsen totdat is overgegaan op de uitvoering van een gewijzigde pensioenregeling.