Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Factsheet Partiële beoordeling

Factsheet

Vanaf 1 juli 2023 kunnen pensioenfondsen hun invaarbesluit en implementatieplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). DNB biedt pensioenfondsen voorafgaand aan het indienen van hun invaarmelding de mogelijkheid van een partiële beoordeling door DNB van bepaalde onderdelen van het invaarbesluit. 

Gepubliceerd: 31 oktober 2023

Laatste update: 27 maart 2024

Bekijk eerdere versies in het archief

Op deze pagina vindt u meer informatie over de partiële beoordeling.

Wat is een partiële beoordeling?

Bij een partiële beoordeling legt een pensioenfonds een afgebakend deel van het gehele invaarbesluit aan DNB voor wanneer het pensioenfonds de besluitvorming daarover heeft afgerond. DNB toetst vervolgens of dit deel van de invaarbesluitvorming voldoet aan de eisen die de Wtp daaraan stelt conform Artikel 46b, eerste lid Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (hierna: Besluit uitvoering Pw en Wvb), in samenhang met de voor het betreffende onderwerp relevante artikelen in wet- en regelgeving.

Doel van partiële beoordelingen

Het doel van de partiële beoordeling is dat een pensioenfonds dat wil gaan invaren helderheid van DNB heeft over deelonderwerpen waarover de besluitvorming door de betrokken partijen al is afgerond. Door dat in een zo vroeg mogelijk stadium te doen, draagt dit bij aan een efficiënt proces van transitie van het fonds.

Partiële beoordelingen zullen er ook toe leiden dat de werkzaamheden van DNB gespreid worden in de tijd. Daarmee zal naar verwachting de werklast en doorlooptijd bij DNB tijdens de voorziene piek(en) van invaarmeldingen verminderd worden.

Samenhang partiële beoordeling met invaarmelding

DNB legt de uitkomst van de partiële beoordeling vast in een brief aan het fonds. Bij de beoordeling van de uiteindelijke invaarmelding baseert DNB zich voor de betreffende deelonderwerpen op de uitkomst van al eerder verrichte partiële beoordelingen:

  • Als DNB bij een partiële beoordeling geen bevindingen heeft t.a.v. de eisen die de Wtp aan het betreffende onderwerp stelt, toetst DNB bij de uiteindelijke invaarmelding uitsluitend of het fonds bij de uiteindelijke invaarmelding de besluitvorming over het betreffende deelonderwerp niet heeft gewijzigd ten opzichte van de partiële beoordeling.
  • Als DNB bij een partiële beoordeling bevindingen heeft, beoordeelt DNB bij de uiteindelijke invaarmelding opnieuw of het fonds voldoet aan de eisen die de Wtp stelt voor het betreffende onderwerp. DNB zal daarbij ook toetsen of het fonds bij de uiteindelijke invaarmelding de besluitvorming over het betreffende deelonderwerp – voor wat betreft het deel waarover DNB geen bevindingen had bij de partiële beoordeling - niet heeft gewijzigd ten opzichte van de partiële beoordeling.

De uiteindelijke beoordeling door DNB van de invaarmelding betreft niet alleen de eerdere eventuele partiële beoordelingen, maar omvat integraal alle aspecten zoals opgenomen in artikel 46b, eerste lid Besluit uitvoering Pw en Wvb, beoordeeld in hun onderlinge samenhang.

Aanvragen partiële beoordeling

Een fonds kan een partiële beoordeling aanvragen, nadat het fonds aan DNB heeft aangetoond dat de betreffende besluitvorming is afgerond. Aanmelding kan daarom pas plaatsvinden na contact van het fonds daarover met de accounttoezichthouder. Het fonds ontvangt vervolgens een brief van DNB met de bevestiging dat het fonds de aanvraag voor een partiële beoordeling kan indienen, inclusief een instructie voor de wijze van indiening en de uiterlijke termijn van indiening.

Een aanvraag voor een partiële beoordeling kan voor elk deelonderwerp in beginsel slechts één keer gedaan worden.

Proces partiële beoordeling

Na de bevestiging dat het fonds de aanvraag kan indienen, is het proces als volgt:

  • Het fonds dient de aanvraag voor een partiële beoordeling in via Mijn DNB, Dienst Toezicht aanvragen.
  • Na het indienen van de aanvraag ontvangt het fonds een ontvangstbevestiging van DNB.
  • Vervolgens controleert DNB of de aanvraag volledig is: is alle voor de beoordeling van het betreffende deelonderwerp relevante informatie ingediend? In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de informatie die ingediend moet worden. Als de informatie niet volledig is, dan vraagt DNB om de aanvraag aan te vullen. Het fonds krijgt schriftelijk bericht zodra DNB heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig is.
  • Daarna start de inhoudelijke beoordeling. DNB kan tijdens de beoordeling nadere vragen aan het fonds stellen en/of kan verzoeken om de ingediende documenten mondeling toe te lichten.
  • Het fonds ontvangt na afronding een brief van DNB met de conclusies van de partiële beoordeling.

De feitelijke doorlooptijd van de partiële beoordeling zal onder meer afhangen van de kwaliteit van de ingediende documentatie, het mogelijk opvragen van aanvullende informatie bij het fonds en de inhoud en de snelheid van de reactie daarop van het fonds. Ook het aantal partiële beoordelingen en invaarmeldingen dat DNB tegelijkertijd onderhanden heeft, kan van invloed zijn op de doorlooptijd. DNB streeft er naar om een partiële beoordeling binnen zes weken (gerekend vanaf het moment waarop DNB heeft vastgesteld dat de aanvraag compleet is) af te ronden.

Deelonderwerpen partiële beoordeling

Zoals in het nieuwsbericht van 3 juli 2023 is vermeld (Partiële beoordeling voor transitie), zijn er drie deelonderwerpen waarvoor een pensioenfonds een partiële beoordeling kan aanvragen:

  1. het vaststellen van de risicohouding
  2. de vormgeving van de pensioenregeling door het pensioenfonds; en
  3. de borging en zekerstelling van de datakwaliteit vóór invaren.

DNB toetst bij de partiële beoordeling de aspecten zoals opgenomen in artikel 46b, eerste lid Besluit uitvoering Pw en Wvb in samenhang met de wettelijke eisen die gelden voor het betreffende deelonderwerp. In de tabbladen van het invaarsjabloon die hieronder worden opgesomd, vindt u per deelonderwerp het betreffend wettelijk kader.

Het invaarsjabloon kunt u hier Invaarsjabloon vinden. De invulinstructie bij het invaarsjabloon vindt u hier: Invulinstructie.

Vaststellen risicohouding

De door het fonds vastgestelde risicohouding vormt een uitgangspunt bij de berekening van de financiële effecten bij invaren zoals bedoeld in artikel 46b, eerste lid, sub c, Besluit uitvoering Pw en Wvb. Op basis van dit artikel toetst DNB bij een partiële beoordeling van de risicohouding de vaststelling van de risicohouding uitgaande van het risicopreferentie-onderzoek, deelnemerskenmerken en wetenschappelijke inzichten (artikel 14t, zesde lid, sub b, Besluit uitvoering Pw en Wvb), alsmede de vormgeving van het beleggingsbeleid of toedelingsregels op basis van de vastgestelde risicohouding door een ALM analyse (artikel 14t, zesde lid, sub c, Besluit uitvoering Pw en Wvb).

Hiervoor moet een pensioenfonds van het invaarsjabloon de ingevulde tabbladen “Risicohouding” en “Risicohouding Maatstaven” aanleveren.
Bij uitvoering van een solidaire premieovereenkomst moet een pensioenfonds daarnaast de ingevulde tabbladen “Toedeelregels SPR”, “SAA SPR” en van het tabblad “SPR Contract” de vragen 1.1 t/m 1.3, 2, 3 en 5 van het invaarsjabloon aanleveren.
Bij uitvoering van een flexibele premieovereenkomst moet een pensioenfonds de ingevulde tabbladen “FPR contract” (alleen vragen 1.1 en 1.4) en “SAA FPR” van het invaarsjabloon aanleveren.

Vormgeving pensioenregeling

Ook de vormgeving van de pensioenregeling door het fonds vormt een uitgangspunt bij de berekening van de financiële effecten bij invaren zoals bedoeld in artikel 46b, eerste lid, sub c, Besluit uitvoering Pw en Wvb.

Bij een partiële beoordeling beoordeelt DNB de vormgeving van de pensioenregeling op basis van dit artikel 46b, eerste lid, sub c, Besluit uitvoering Pw en Wvb in samenhang met de wettelijke eisen aan onder meer (en voor zo ver van toepassing): de solidariteits-/risicodelingsreserve en de uitkeringsfase.

Bij uitvoering van een solidaire premieovereenkomst moet een pensioenfonds van het tabblad “SPR Contract” de vragen 1.4 t/m 1.7 en 4 aanleveren.
Bij uitvoering van een flexibele premieovereenkomst moet een pensioenfonds van het tabblad “FPR contract” de vragen 1.2, 1.3 en 1.5, 2 en 3 aanleveren.

Als er nog geen partiële beoordeling van het vaststellen van de risicohouding is gedaan, omvat de partiële beoordeling van de vormgeving van de pensioenregeling ook de beoordeling van het vaststellen van de risicohouding. Deze deelonderwerpen hangen immers nauw met elkaar samen. In dat geval moet een pensioenfonds bij een partiële beoordeling van de vormgeving van de pensioenregeling ook de informatie in het invaarsjabloon aanleveren zoals onder ‘Vaststelling Risicohouding’ hierboven opgenomen.

Borging en zekerstelling van de datakwaliteit vóór invaren

DNB beoordeelt op basis van artikel 46b, eerste lid, sub b, Besluit uitvoering Pw en Wvb de financiële en andere risico’s van het invaren, waaronder mede risico’s t.a.v. de datakwaliteit. Bij een partiële beoordeling beoordeelt DNB de borging en zekerstelling van de datakwaliteit vóór de transitie. Hiervoor moet een pensioenfonds het ingevulde tabblad “Datakwaliteit” van het invaarsjabloon aanleveren.

Voor de status van deze beleidsuiting en uitleg daarover kunt u de leeswijzer beleidsuitingen DNB raadplegen.

Deze factsheet is per 27-3-2024 geactualiseerd.

Het beleggingsbeleid en toedeelregels zijn verplaatst van de partiële beoordeling "vormgeving van de pensioenregeling door het pensioenfonds" naar de partiële beoordeling "het vaststellen van de risicohouding". In de factsheet zijn verwijzingen opgenomen naar de in te vullen onderdelen uit het invaarsjabloon.

Ontdek gerelateerde artikelen