Antwoord:
De risicohouding per (leeftijds)cohort komt op grond van artikel 14u Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling (Besluit Pw en Wvb) tot uitdrukking in de risicomaatstaf, de verwachtingsmaatstaf en de lange termijn risicomaatstaf in de uitkeringsfase. De verwachtingsmaatstaf is een maatstaf waarin de doelstelling tot uitdrukking komt en het beleggingsbeleid wordt vergeleken met een ‘hypothetisch geheel risicomijdend beleggingsbeleid’.
Het hypothetisch geheel risicomijdend beleggingsbeleid als bedoeld in artikel 14u, eerste lid, onderdeel b besluit Pw en Wvb is zodanig dat het inflatierisico in de verwachte uitkeringsstroom door middel van reële obligaties volledig wordt afgedekt, waarbij de reële obligatieprijzen zijn afgeleid uit de uniforme scenarioset.
De verwachte uitkeringsstroom kan worden bepaald op basis van de beschikbare vermogens en de reële rentetermijnstructuur. Het reële renterisico van een uitkeringsstroom met looptijd t wordt afgedekt via een hypothetische volledige belegging in een reële risicovrije nulcouponobligatie met dezelfde looptijd t. De hypothetische geheel risicomijdende beleggingsportefeuille dekt het reële renterisico op de verwachte uitkeringsstromen voor iedere looptijd van alle cohorten op deze manier af. Met dit hypothetisch geheel risicomijdend beleggingsbeleid krijgt iedere deelnemer dus een rendement toegeschreven zodanig dat de reële waarde van zijn toekomstige uitkeringen onafhankelijk van de ontwikkeling van de reële rente is. Bij het vaststellen van de reële pensioenuitkeringen worden de pensioenuitkeringen in reële termen op t=0 uitgedrukt door gebruik te maken van de cumulatieve prijsinflatie per scenario.
Aangezien deze doorrekening uitgaat van een geheel reëel risicomijdend beleggingsbeleid, wordt het projectierendement ook jaarlijks op basis van de reële rentetermijnstructuur vastgesteld. Toekomstige premie-inleg wordt op dezelfde manier vastgesteld als bij het risicovolle beleggingsbeleid.
Het hypothetisch geheel risicomijdend beleggingsbeleid komt terug in de doorrekening van risicoblootstelling behorend bij de verwachtingsmaatstaf van de risicohouding. Deze doorrekening vindt plaats op basis van de door DNB beschikbaar gestelde uniforme scenarioset.