Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

EMIR - Verplicht gebruik van risico-mitigatietechnieken

Gepubliceerd: 13 september 2013

Bekijk eerdere versies in het archief

Wat zijn risico-mitigatietechnieken?

Artikel 11 EMIR bepaalt dat financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die een niet door een CCP gecleard OTC-derivatencontract sluiten, er met de nodige zorgvuldigheid op toezien dat passende procedures en regelingen worden ingevoerd om operationele risico’s en tegenpartijrisico’s te meten, te bewaken en te beperken.

Welke risico-inperkingstechnieken zijn verplicht?

Artikel 11 EMIR in samenhang met RTS 149/2013 Chapter VIII geeft de risico-mitigatietechnieken bij niet-centraal geclearde OTC-derivaten weer. Hieronder volgt een opsomming van deze risico-mitigatietechnieken met een korte toelichting.

(NB: dit geldt alleen voor niet-centraal geclearde OTC-derivaten)

Voorwaarden van het desbetreffende OTC-derivatencontract moeten tijdig worden bevestigd (‘timely confirmation’)

Het is belangrijk dat partijen bij OTC-derivatencontracten zo spoedig mogelijk de uitvoering van de OTC-derivatentransactie bevestigen om de overeenstemming tussen partijen vast te leggen (en daarmee de juridische positie over en weer zeker te stellen). Het voorgaande geldt ook voor meer complexe OTC-derivatencontracten. Zie in dit verband preambule 27 van RTS 149/2013.

Als onderdeel van risico-mitigatietechnieken dienen partijen– voor zover beschikbaar – met elektronische middelen de tijdige bevestiging van de voorwaarden van het desbetreffende OTC-derivatencontract te verzekeren (artikel 11 EMIR). Deze verplichting geldt sinds 15 maart 2013. Uit artikel 1 van RTS 149/2013 volgt dat ‘confirmation’ (bevestiging) betekent de ‘documentation’ (documentering) van de overeenstemming tussen partijen met betrekking tot alle voorwaarden van het desbetreffende OTC-derivatencontract. Overeenstemming tussen partijen vindt plaats bij uitvoering van de transactie.

Artikel 12 van RTS 149/2013 geeft onder meer de periode(n) aan waarbinnen de verschillende klassen van OTC-derivaten moeten worden bevestigd.

Portfolio reconciliatie

Portfolio reconciliatie is een ander onderdeel van de vereiste risico-mitigatietechnieken bij niet-centraal geclearde OTC-derivatentransacties. Portfolio reconciliatie geeft elke partij bij niet-centraal geclearde OTC-derivatencontracten de gelegenheid om in een portfolio van transacties met een wederpartij te verifiëren of de wederpartij de contractvoorwaarden hetzelfde invult. Het gaat dan om essentiële contractvoorwaarden (‘key transaction terms’) zoals in ieder geval de waardering maar bijvoorbeeld ook de afloopdatum, betaaldata, afwikkeldata, nominale waarde, valuta, onderliggende waarde, vaste of variabele rentes. Zie in dit verband preambules 28 en 29 van RTS 149/2013 en artikel 13 van RTS 149/2013. Artikel 13 geeft tevens de frequentie aan waarmee portfolio reconciliatie dient plaats te vinden, afhankelijk van het aantal uitstaande contracten tussen partijen en de aard van partijen (financiële tegenpartij of niet-financiële tegenpartij). De verplichtingen in verband met portfolio reconciliatie gelden vanaf 15 september 2013.

Portfolio compressie

Als onderdeel van risico-mitigatietechnieken dienen financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die 500 of meer (niet-centraal geclearde) OTC-derivatencontracten met een tegenpartij hebben uitstaan, procedures te hebben geïmplementeerd om op regelmatige basis en tenminste twee keer per jaar de mogelijkheid van portfolio compressie te onderzoeken en vervolgens ook, indien mogelijk, een dergelijke portfolio compressie uit te voeren. Portfolio compressie heeft als doel het tegenpartijkredietrisico te verminderen. Indien een portfolio compressie niet wordt toegepast, dienen de tegenpartijen hierover aan de relevante toezichthouder een redelijke en valide uitleg te kunnen geven. Zie artikel 14 van RTS 149/2013. De verplichtingen in verband met portfolio compressie gelden vanaf 15 september 2013.

Procedure voor geschillenbeslechting

Uit artikel 15 van RTS 149/2013 volgt dat financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen met hun tegenpartijen procedures en processen dienen af te spreken om geschillen in een vroeg stadium te identificeren, vast te leggen en te monitoren. Tevens dient geschillenbeslechting tijdig plaats te vinden met een specifieke procedure voor geschillen die niet binnen 5 werkdagen zijn beslecht. Deze verplichting geldt vanaf 15 september 2013.

Waardering tegen marktwaarde

Als onderdeel van de risico-mitigatietechnieken geldt dat financiële tegenpartijen en bepaalde niet-financiële tegenpartijen uitstaande contracten dagelijks tegen marktwaarde dienen te waarderen. Deze verplichting geldt sinds 15 maart 2013. Indien waardering tegen marktwaarde door marktomstandigheden onmogelijk is, wordt gebruik gemaakt van een betrouwbare en prudente waardering op basis van een modellenbenadering. Artikel 16 van RTS 149/2013 zet uiteen wanneer er sprake is van marktomstandigheden die een marktwaardering onmogelijk maken, bijvoorbeeld indien de markt inactief is.

Een markt voor OTC-derivatencontracten wordt beschouwd als inactief indien prijzen niet spoedig en op regelmatige basis beschikbaar zijn en deze prijzen niet voortkomen uit actuele en op regelmatige basis en at arm’s length afgesloten markttransacties. Artikel 17 van RTS 149/2013 geeft de criteria weer waaraan een modellenbenadering dient te voldoen, waaronder de eis dat een model door een andere divisie dan de divisie die het risico neemt, wordt gevalideerd en gemonitord.

Passende onderpanduitwisseling en eventueel kapitaaldekking

Als onderdeel van de risico-mitigatietechnieken wordt voor financiële tegenpartijen bilaterale margining verplicht gesteld met betrekking tot OTC-derivatencontracten die op of na 16 augustus 2012 worden gesloten. Voor niet-financiële tegenpartijen geldt deze verplichting overigens ook (zie voor meer details artikel 11 EMIR). Op grond van artikel 11 lid 4 EMIR dienen financiële tegenpartijen in passende en evenredige mate kapitaal aan te houden voor risico’s die niet door een passende uitwisseling van zekerheden worden gedekt. Op 4 oktober 2016 heeft ESMA de RTS "Risk-mitigation techniques for OTC derivatives contracts not cleared by a central counterparty" aangenomen.

Uitzondering voor intragroeptransacties

Bij niet-centraal geclearde OTC-derivaten moeten tegenpartijen als onderdeel van de vereiste risico-mitigatietechnieken zorgdragen voor passende uitwisseling van zekerheden. Voor intragroeptransacties als bedoeld in artikel 3 EMIR geldt dit vereiste niet, mits voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden. Zie voor nadere informatie artikel 11 lid 5 tot en met lid 10 EMIR. De eis tot passende uitwisseling van zekerheden is bijvoorbeeld niet van toepassing in de situatie dat:

  • een financiële tegenpartij een OTC-derivatencontract sluit met een andere tegenpartij die deel uitmaakt van dezelfde groep (als gedefinieerd in EMIR);
  • voldaan wordt aan de voorwaarden als genoemd in artikel 3 lid 2 sub a onderdeel i) tot en met iv) EMIR; en
  • de tegenpartijen in dezelfde lidstaat gevestigd zijn,

Waarbij tevens geldt dat er tussen deze partijen geen praktische of juridische belemmering aanwezig is of te voorzien is die een onmiddellijke overdracht van eigen vermogen of terugbetaling van passiva tussen de tegenpartijen kan verhinderen.

Meldingsplicht over niet-bevestigde transacties (‘unconfirmed trades’) aan DNB
Banken, (her)verzekeraars, pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen dienen sinds 15 maart 2013 zodanige procedures te hebben dat zij in staat zijn om op maandbasis aan DNB het aantal niet-geconfirmeerde OTC-derivatentransacties die meer dan 5 werkdagen uitstaan (gerekend vanaf het moment dat deze OTC-derivatentransacties op grond van EMIR uiterlijk bevestigd hadden moeten zijn) aan DNB te melden.

NB: het voorgaande ziet alleen op niet-centraal geclearde OTC-derivatentransacties. Het meldingsformulier voor niet-geconfirmeerde transacties treft u op deze pagina onder "Gerelateerde downloads". DNB verzoekt u de melding uiterlijk binnen tien werkdagen na het einde van de desbetreffende maand te doen. U kunt het ingevulde formulier per post naar DNB sturen (postadres: Postbus 98, 1000 AB Amsterdam) onder vermelding van de naam van uw contactpersoon of toezichthouder bij DNB. U kan het formulier ook per e-mail aan DNB sturen, via Toezichtsloket@dnb.nl. Op de website van DNB vindt u meer informatie over beveiliging van e-mailberichten.

Meldingsplicht over geschillen (‘disputes’) aan DNB

Banken, (her)verzekeraars, pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen dienen vanaf 15 september 2013 aan DNB bepaalde geschillen met een tegenpartij over een OTC-derivatencontract, de waardering daarvan of uitwisseling van onderpand aan DNB te melden. Het dient te gaan om geschillen die een waarde van 15 miljoen euro of meer vertegenwoordigen en niet binnen 15 werkdagen zijn beslecht. NB: het voorgaande ziet alleen op geschillen over niet -centraal geclearde OTC-derivatentransacties.

Het meldingsformulier voor geschillen (‘disputes’) kunt u hier downloaden . U kunt het ingevulde formulier per post naar DNB sturen (postadres: Postbus 98, 1000 AB Amsterdam) onder vermelding van de naam van uw contactpersoon of toezichthouder bij DNB. U kan het formulier ook per e-mail aan DNB sturen, via Toezichtsloket@dnb.nl. Op de website van DNB vindt u meer informatie over beveiliging van e-mailberichten.