Duale doelstelling voedt kwetsbaarheid pensioenfondsen
Voor wat de Nederlandse pensioensector betreft, maakt de stresstest duidelijk dat de duale doelstelling van het beleggingsbeleid (nominaal zekerheid bieden én indexatie ambiëren) kan leiden tot een grote impact op de vermogenspositie. Dat geldt des te meer nu veel fondsen niet over voldoende buffers beschikken om schokken op te vangen.
‘Slecht weer’-scenario in de EIOPA stresstest
Met de stresstest toetst EIOPA de weerbaarheid van pensioenfondsen tegen een slecht weer scenario en identificeert ze mogelijke systeemrisico’s. In aanvulling op de eerste Eiopa-stresstest, die plaatsvond in 2015, is nu ook gekeken in welke mate schokken in de pensioensector doorwerken op de reële economie. Daarnaast is een verkennende cash flow analyse uitgevoerd, waarin op basis van te verwachten kasstromen wordt bezien hoe fondsen over tijd aan hun verplichtingen kunnen blijven voldoen.
De stresstest neemt de cijfers per eind 2016 als startpunt. De Nederlandse deelnemende pensioenfondsen vertegenwoordigen bij elkaar meer dan 50% van de Nederlandse pensioenfondsbeleggingen en -deelnemers. Er wordt niet bekend gemaakt welke pensioenfondsen aan de EIOPA stresstest hebben deelgenomen. DNB heeft de resultaten van de stresstest met de deelnemende pensioenfondsen besproken.
In de stresstest zijn de fondsen onderworpen aan een dubbele schok, die in samenwerking met de European Systemic Risk Board (ESRB) is vormgegeven. Deze dubbele schok omvatte zowel een aanzienlijke daling van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoed), alsook een daling van de rente en tegelijkertijd stijgende risicopremies (‘spreads’). Er werd daarbij ook aangenomen dat beleggingen in een aantal activa die voorheen een ‘safe haven’ status hadden, zoals bepaalde staatsobligaties, deze status deels verliezen.
Nederlandse pensioenfondsen worden in dit stressscenario relatief stevig geraakt. De gemiddelde dekkingsgraad van de deelnemende fondsen daalt met circa 24%-punten; qua omvang is dat ongeveer gelijk aan de vereiste risicogewogen buffer (het vereiste eigen vermogen) van de deelnemende fondsen. Deze impact vloeit voort uit de relatief grote portefeuille zakelijke waarden bij deze fondsen –ten behoeve van hun indexatie-ambitie– en het gegeven dat het renterisico maar deels wordt afgedekt.
Stresstest identificeert mogelijke systeemrisico’s
Uit de stresstest komt naar voren dat de financiële systeemrisico’s die hun oorsprong vinden in de pensioensector beperkt lijken en vooral lopen via het beleggingsgedrag van pensioenfondsen. Daarbij geven de Nederlandse fondsen aan dat zij gemiddeld genomen geneigd zijn om na de schok zakelijke waarden bij te kopen om de beleggingsmix constant te houden (‘rebalancing’). Dit beleggingsgedrag heeft een stabiliserende werking op het financiële systeem.
Het aanhouden van risicoposities vanuit de duale doelstelling, bij afwezigheid van voldoende buffers, maakt fondsen daarentegen wel erg kwetsbaar in het stress scenario. Voor wat betreft de doorwerking op de reële economie kunnen van mogelijke kortingen en –vooral in andere landen relevant– verplichte bijstortingen van sponsoren, potentieel grote effecten uitgaan. Deze effecten kunnen in de Nederlandse context worden gedempt door de benodigde maatregelen te spreiden over de tijd via de herstelplansystematiek.
Pensioenfondsen moeten duidelijk communiceren over risico’s
De uitkomsten van de stresstest onderstrepen dat pensioenfondsen gevoelig zijn voor extreme, maar denkbare negatieve scenario’s op de financiële markten. Het is belangrijk dat pensioenfondsen over de consequenties die dit kan hebben correct, duidelijk en evenwichtig communiceren naar hun deelnemers.
Europese pensioenstelsels moeilijk vergelijkbaar
Europese pensioenstelsels verschillen sterk van elkaar. Landen stellen bijvoorbeeld verschillende buffereisen, hanteren verschillende waarderingsgrondslagen, waaronder de hoogte van de rekenrente, en gaan verschillend om met eventuele vermogenstekorten. Om de impact van het stressscenario beter vergelijkbaar te maken tussen de deelnemende landen heeft EIOPA een raamwerk ontwikkeld met gelijke waarderingsregels voor alle deelnemende landen. De resultaten van de stresstest zijn doorgerekend op basis van zowel de nationale toezichtraamwerken als het raamwerk met uniforme waarderingsregels.
In de nationale raamwerken zijn risico’s –in tegenstelling tot de Nederlandse situatie– vaak impliciet en daarmee minder zichtbaar gemaakt. Dit gebeurt door het gebruik van niet op marktwaarde gebaseerde waarderingsregels, met name een hogere rekenrente, en afwezigheid van een risico-gebaseerde buffer, zoals in Nederland het geval is. De impact van de stresstest op pensioenfondsen op basis van de nationale raamwerken verschilt daardoor sterk tussen landen en pakt voor veel landen milder uit. Bij toepassing van het raamwerk met gelijke waarderingsregels zijn de verschillen in impact tussen landen minder groot en is de impact voor veel landen juist sterker. Omdat de Nederlandse waarderingsregels al gebaseerd zijn op marktwaardering, is de impact van het stress scenario voor Nederlandse pensioenfondsen vrijwel gelijk in beide raamwerken.