Zou de controle van eurobankbiljetten en muntende geldverwerkers niet goed functioneren, dan heeft dat vergaande consequenties voor het vertrouwen in de euro.
Eurobankbiljetten
Het Europees Parlement en de Raad hebben in artikel 6 van de Verordening (EG) 1338/2001, gewijzigd door Verordening (EG) 44/2009 vastgelegd dat de controle op echtheid en geschiktheid van eurobankbiljetten gebeurt volgens de procedures die de ECB heeft vastgesteld. De ECB heeft betreffende procedures vastgelegd in het ECB-Besluit 2010/14. Uitgangspunt is dat iedere partij die deelneemt aan de behandeling en verstrekking aan het publiek van eurobankbiljetten en/of eurobankbiljetten recirculeert via een (geld)automaat, zich uit eigen beweging normconform gedraagt.
Euromunten
Het Europees Parlement en de Raad hebben in artikel 6 van de Verordening (EG) 1338/2001, gewijzigd door Verordening (EG) 44/2009 niet vastgelegd hoe de controle op echtheid en geschiktheid van euromunten dient te gebeuren. In Verordening (EU) 1210/2010 de procedures vastgelegd voor echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor recirculatie. Uitgangspunt is dat iedere partij die deelneemt aan de behandeling en verstrekking aan het publiek van euromunten, zich uit eigen beweging normconform gedraagt.
Formele maatregelen
Bij niet naleving van de normen heeft DNB de bevoegdheid om formele maatregelen op te leggen, waaronder de mogelijkheid van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom.