Geldverwerkers zijn kredietinstellingen, geldvervoerders, wisselkantoren, betalingsdienstverleners en economische operatoren, zoals bedoeld in artikel 9a van de Bankwet 1998, de artikelen 3 en 4 van de Verordening (EG) 1210/2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie en artikel 6 van de Verordening (EG) 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij. Onder economische operatoren vallen onder andere winkeliers en casino’s, die van het publiek ontvangen eurobankbiljetten recirculeren via een (geld)automaat.
De voorschriften ter zake van de controleprocedures op echtheid en geschiktheid zijn voor eurobankbiljetten en –munten op verschillende wijze vastgelegd. Voor eurobankbiljetten zijn deze, alsook de verplichting hierover te rapporteren aan DNB, nader vastgelegd in het ECB-Besluit 2010/14. Voor euromunten zijn deze nader vastgelegd in de Verordening (EG) 1210/2010.
Het chartale toezicht bestaat onder meer uit het geven van voorlichting over de neergelegde normen, het verzamelen van gegevens en het doen van onderzoek naar de mate van naleving van de normen. DNB heeft in dit kader personen aangewezen die zijn belast met het chartale toezicht. Bij niet naleving van de normen door de geldverwerkers is DNB onder meer bevoegd tot oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom.