Verbodsbepalingen
Op grond van artikel 3 van de Wtt 2018 is het verboden zonder vergunning:
- met zetel in Nederland beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen;
- met zetel in een andere lidstaat beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen naar Nederland, dan wel vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen.
Het is een ieder verboden: werkzaamheden te verrichten die zijn gericht op activiteiten in strijd met de hierboven genoemde verboden of die zijn gericht op zowel het ter beschikking stellen van een postadres of bezoekadres, als het verrichten van bij of krachtens de wet bepaalde aanvullende werkzaamheden (“domicilie plus”). Daarnaast is het op grond van artikel 3 van de Wtt 2018 verboden om trustdiensten te verlenen vanuit een staat buiten de Europese Unie. Anders dan in de bovenstaande gevallen, voorziet de Wtt 2018 in dit geval ook niet in de mogelijkheid van een vergunning. Dat wil zeggen dat een ieder met zetel buiten de Europese Unie, in beginsel een zetel moet vestigen in Nederland, dan wel in een lidstaat van de Europese Unie, om een vergunning van DNB te kunnen aanvragen voor trustdienstverlening in of naar Nederland.
Handhavingsbeleid
DNB voert een actief handhavingsbeleid waarbij regelmatig controles worden verricht. Wanneer u zonder een vergunning van DNB toch trustdiensten verleent, kan DNB diverse handhavingsmaatregelen treffen. Zoals het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete.
Economisch delict
Een overtreding van de Wtt 2018 is een strafbaar feit (Wet op de economische delicten). DNB kan hiervan aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.