De Wtp wijzigt niet het wettelijk kader rondom het eigen vermogen van pensioenfondsen. De twee solvabiliteitsvereisten blijven van toepassing; het Vereist Eigen Vermogen (VEV) en het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV). Wel heeft de Wtp gevolgen voor de toepassing van deze wettelijke eisen.
DNB heeft in een aantal factsheets en Q&A’s beschreven en verduidelijkt hoe het VEV en MVEV moeten worden berekend.
Vereist Eigen Vermogen (VEV)
De hoogte van het VEV is afhankelijk van de mate waarin een pensioenfonds risico’s loopt. De eisen voor het VEV zijn vooral relevant als een pensioenfonds pensioenregelingen uitvoert met pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds. Bijvoorbeeld als het pensioenfonds een uitkeringsovereenkomst uitvoert of als het pensioenfonds een flexibele premieregeling uitvoert waarbij de pensioengerechtigden voor een vaste uitkering kiezen die door het pensioenfonds wordt uitgevoerd. Of de wettelijke eisen van het VEV ook in de toekomst van toepassing blijven op een pensioenfonds hangt zodoende af van de contractkeuze en of wordt ingevaren.
Voor de vaststelling van het VEV geldt een standaardmodel zoals opgenomen in artikel 12 Besluit Financieel Toetsingskader (Besluit FTK) en nader uitgewerkt in de artikelen 24 e.v. van de Regeling Pw en Wvb. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een (partieel) intern model. Voor de toepassing van het standaardmodel heeft DNB enkele Q&A’s opgesteld.