Op de balans van een pensioenfonds zijn de belangrijkste posten het vermogen (de bezittingen), de verplichtingen (technische voorzieningen) en het eigen vermogen. Hierbij gelden twee solvabiliteitsvereisten: het Vereist Eigen Vermogen (VEV) en het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV). De verhouding tussen het vermogen inzake de bij het pensioenfonds ondergebrachte pensioenregelingen en de technische voorzieningen van het pensioenfonds, is de dekkingsgraad van een pensioenfonds. Naast het eigen vermogen kunnen pensioenfondsen bestemmingsdepots aanhouden. Dat zijn beheerde gelden voor een speciaal doel. Die vallen buiten de dekkingsgraad.
DNB heeft in een aantal factsheets en Q&A’s beschreven en verduidelijkt hoe het Vereist Eigen vermogen en het Minimum Vereist Eigen Vermogen moet worden berekend, hoe omgegaan moet worden met bestemmingsdepots en andere bijzondere balansposten en hoe achtergestelde leningen onderdeel van het eigen vermogen kunnen zijn. Ook wordt ingegaan op het vaststellen van de beleidsdekkingsgraad.
Vereist Eigen Vermogen
De hoogte van het Vereist Eigen Vermogen is afhankelijk van de mate waarin een pensioenfonds risico’s loopt. Oogmerk van het eigen vermogen is er voor te zorgen dat de pensioenverplichtingen met voldoende mate van zekerheid kunnen worden nagekomen. Voor de vaststelling van het VEV geldt een standaardmodel. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een intern model of (aanvullende) partiële modellen.
Pensioenfondsen dienen een Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV) aan te houden. Er zijn in een tekortsituatie enkele specifieke bepalingen van kracht rondom dit MVEV (zie thema Herstelplan).
De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen dat in het kader van de (nominale) pensioenverplichtingen wordt aangehouden en technische voorzieningen die de pensioenverplichtingen representeren. Pensioenfondsen moeten hun beleidsbeslissingen baseren op de beleidsdekkingsgraad. Dit is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden.
Sommige pensioenfondsen hanteren speciale depots voor indexatie of toekomstige premies. Ook zijn er fondsen die als toegestane nevenactiviteit gelden van sociale partners voor Vut Levensloop Prepensioen (VPL) beheren.
Het eigen vermogen van een pensioenfonds wordt voornamelijk gevormd door reserves. Achtergestelde leningen kunnen evenwel ook een bestanddeel zijn waaruit het eigen vermogen wordt gevormd.
Veel aandacht in ons toezicht dit jaar voor de voorbereiding op het nieuwe pensioencontract en de gevolgen van de coronacrisis voor de pensioensector. Dat zegt Cindy van Oorschot, divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen.
Dit keer niet in de Van Nellefabriek of het Spant!, maar wel live in uw huis- of werkkamer: het DNB Pensioenwebinar. Op 23 maart van 11.30 tot 13 uur. Graag nodigen wij u uit om mee te luisteren, mee te kijken en vooral mee te doen.
DNB heeft met ingang van 1 januari 2021 modelparameters van de uniforme scenario-set aangepast ten opzichte van het advies van de Commissie Parameters 2019.
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies. Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.