Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Proces voor behandeling invaarmelding door DNB

WTP Factsheet

Sinds 1 juli 2023 kunnen pensioenfondsen hun invaarbesluit en implementatieplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). Dat kan door middel van het ‘Meldingsformulier invaarbesluit en implementatieplan pensioenfondsen’ dat beschikbaar is in Mijn DNB, Dienst Toezicht aanvragen. Een toelichting op het meldingsformulier en andere transitieformulieren en het invaarsjabloon vindt u hier.

Gepubliceerd: 20 oktober 2023

Laatste update: 05 juli 2024

Bekijk eerdere versies in het archief

In deze factsheet vindt u informatie over de doorlooptijd die DNB nastreeft voor de beoordeling van een invaarmelding en het proces van controle, beoordeling en besluitvorming door DNB.

Wettelijke en nagestreefde doorlooptijd

Bij de beoordeling door DNB van een invaarmelding dient onderscheid te worden gemaakt tussen:

  • de in de wet opgenomen (maximale) beoordelingstermijn van DNB en
  • de door DNB nagestreefde feitelijke doorlooptijd.

Wettelijke termijn

De wettelijke beoordelingstermijn start nadat het pensioenfonds een complete melding heeft gedaan bij DNB en eindigt op de beoogde datum van de voorgenomen waardeoverdracht. Wanneer DNB aanvullende informatie opvraagt bij het pensioenfonds wordt deze termijn opgeschort. Daarnaast kan de wettelijke termijn onder bepaalde voorwaarden worden verlengd. Dat en meer leest u in de Q&A beoordelingstermijn DNB bij invaarbesluiten.

Nagestreefde doorlooptijd

DNB ziet de wettelijke beoordelingstermijn als een uiterste – wettelijke – termijn. DNB streeft naar een kortere feitelijke doorlooptijd voor de beoordeling van invaarmeldingen. De feitelijke doorlooptijd van de beoordeling zal in de praktijk van verschillende factoren afhangen: de kwaliteit van de ingediende documentatie, het mogelijk opvragen van aanvullende informatie bij het pensioenfonds, de inhoud en de snelheid van de reactie daarop van het pensioenfonds. Ook het aantal beoordelingen dat DNB tegelijkertijd onderhanden heeft, kan van invloed zijn op de feitelijke doorlooptijd.

Beoordelingsproces in fasen

Schematisch weergegeven ziet het proces en de feitelijke doorlooptijd die DNB nastreeft er als volgt uit:

Proces behandeling invaarmelding door DNB

Controlefase

Na de indiening van het Meldingsformulier start de controlefase. De controlefase eindigt wanneer DNB heeft vastgesteld dat de invaarmelding volledig is. Doel van de controlefase is vaststellen dat alle verplichte documenten zoals bedoeld in de Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht pensionfondsen bij transitie zijn ingediend. Daarbij gaat DNB ook na of alle vragen van het invaarsjabloon zijn beantwoord en of de ingediende documenten de verwachte inhoudelijke elementen bevatten. De informatie die het pensioenfonds heeft ingediend, is dan toereikend om de inhoudelijke beoordeling door DNB van start te kunnen laten gaan en de invaarmelding is dan compleet. DNB streeft ernaar het fonds binnen twee weken na ontvangst van de invaarmelding te informeren of de melding al dan niet compleet is.

Als DNB vaststelt dat bij de invaarmelding niet alle verplichte documenten zijn ingediend, dan zal DNB het pensioenfonds vragen om de documentatie aan te vullen. Hetzelfde geldt als het meldingsformulier of het invaarsjabloon niet volledig zijn ingevuld. De inhoudelijke behandeling gaat dan nog niet van start. Het pensioenfonds zal gevraagd worden om uiterlijk binnen acht weken de aanvraag compleet te maken. Niet complete aanvragen kan DNB niet in behandeling nemen. Het is dan ook van belang dat een pensioenfonds ervoor zorgt dat het tijdig een complete invaarmelding doet.

Beoordelingsfase

De beoordelingsfase start als de melding compleet is. DNB streeft ernaar de beoordelingsfase en besluitvormingsfase binnen 6 maanden af te ronden. Deze nagestreefde doorlooptijd gaat uit van een inschatting van een “normale” mate van contact met het pensioenfonds. Waar nodig, bijvoorbeeld als de piek van gelijktijdige invaarmeldingen te hoog is, kan DNB terugvallen op de mogelijkheid om van (een deel van) de maximale wettelijke termijn gebruik te maken.

In de beoordelingsfase gaat DNB de ingediende documenten inhoudelijk beoordelen op basis van artikel 46b, eerste lid Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Zie voor informatie over het wettelijk kader en het door DNB gehanteerde beoordelingsraamwerk deze factsheet.

De invaarmelding wordt behandeld door een team bestaande uit een coördinator en een aantal experts die de invaarmelding beoordelen. In deze beoordeling gebruikt DNB het invaarsjabloon als belangrijkste informatiebron voor de inhoudelijke beoordeling. In het sjabloon dient daarom alle relevante informatie en verwijzingen naar onderliggende documentatie opgenomen te worden. De coördinator van het beoordelingsteam is gedurende het gehele proces aanspreekpunt voor het pensioenfonds en houdt het pensioenfonds op de hoogte van de voortgang van de beoordeling.

In de beoordelingsfase stuurt DNB het pensioenfonds in de volgende gevallen een bevindingenbrief:

  1. DNB constateert dat het pensioenfonds nog niet aan bepaalde bij invaren relevante wettelijke normen voldoet; en/of
  2. DNB constateert ten aanzien van bepaalde bij invaren relevante wettelijke normen dat DNB nog onvoldoende informatie heeft om vast te stellen of het pensioenfonds aan wet- en regelgeving voldoet.

Vervolgens krijgt het pensioenfonds de gelegenheid om eventuele tekortkomingen ten aanzien van de wettelijke normen op te lossen en/of aanvullende informatie aan te leveren.

Als DNB een bevindingenbrief stuurt, stelt DNB schriftelijk een termijn voor de beantwoording. In beginsel bedraagt deze termijn twee weken. Indien nodig kan DNB een langere termijn voor de beantwoording geven. De antwoorden van het pensioenfonds kunnen DNB aanleiding geven tot het sturen van een nieuwe bevindingenbrief.

Besluitvormingsfase

In de besluitvormingsfase rondt DNB de beoordeling van de invaarmelding af met de beschikking om wel of niet een verbod op te leggen. DNB neemt de beschikking op basis van een totaalweging van de beoordeling van de bij invaren relevante wettelijke normen, met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Voorschriften

Zoals hierboven toegelicht, streeft DNB ernaar om niet te wachten met het nemen van de beschikking tot het einde van de wettelijke termijn (de beoogde invaardatum). Als DNB voorschriften opneemt in een beschikking om geen verbod op invaren op te leggen, dan is dat ook niet nodig: DNB zal waarschijnlijk standaard in een beschikking waarin DNB geen verbod oplegt het voorschrift opnemen dat het pensioenfonds DNB moet informeren bij materiële wijzigingen in de informatie die het fonds bij de invaarmelding heeft aangeleverd. Bijvoorbeeld het wijzigen van de beoogde invaardatum. Ook als achteraf blijkt dat het pensioenfonds onjuiste of onvolledige informatie aan DNB heeft verstrekt, dan moet het pensioenfonds dat onmiddellijk aan DNB melden.

Daarnaast is het mogelijk dat DNB voorschriften opneemt over het nog uitvoeren van onderdelen van het implementatieplan, of over bevindingen van DNB ten aanzien van de invaarmelding of naar aanleiding van een toezichtonderzoek die het pensioenfonds vóór het invaren moet adresseren.

Zie ook de Factsheet voorschriften in besluit DNB over invaren.

Informeren van het pensioenfonds

DNB stuurt de genomen beschikking aan het pensioenfonds in een beschikkingsbrief. Als DNB voornemens is om met de beschikking een verbod of bezwarende voorschriften op te leggen, dan zal DNB het pensioenfonds hierover vooraf schriftelijk informeren met de vraag om hierop binnen twee weken een zienswijze te geven. DNB zal de informatie uit de zienswijze wegen bij het nemen van de (definitieve) beschikking.

Toezichtbrief

Het is mogelijk dat DNB op basis van de beoordeelde informatie tot de conclusie komt dat het pensioenfonds na invaren op één of meer onderdelen niet zal voldoen aan de wet, maar dat dit geen aanleiding is voor een verbod of voorschriften. DNB kan het pensioenfonds dan, naast de beschikking over invaren, een toezichtbrief sturen over de betreffende bevindingen.

Na het besluit

Het pensioenfonds kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking van de beschikking van DNB bezwaar maken tegen de beschikking.

Indien de beschikking van DNB voorschriften bevat, zal DNB erop toezien dat het pensioenfonds deze voorschriften vóór het invaren naleeft. Bijvoorbeeld met een verklaring waarin het pensioenfonds op een vastgestelde datum aan DNB bevestigt dat aan de voorschriften wordt voldaan en/of doordat het pensioenfonds DNB periodiek informeert over de voortgang van het voldoen aan de voorschriften.

Partiële beoordeling

Bij een partiële beoordeling legt een pensioenfonds een afgebakend deel van het gehele invaarbesluit aan DNB voor wanneer het pensioenfonds de besluitvorming daarover heeft afgerond. DNB toetst vervolgens of dit deel van deze invaar-besluitvorming aan de eisen van de Wtp voldoet. Logischerwijs vergemakkelijkt een positief afgeronde partiële beoordeling het proces voor beoordeling van de volledige invaarmelding. Fondsen kunnen een verzoek tot partiële beoordeling bij hun toezichthouder/contactpersoon melden.

Voor de status van deze beleidsuiting en uitleg daarover kunt u de leeswijzer beleidsuitingen DNB raadplegen.

Wettelijke grondslag:

  • artikel 150m, tweede lid Pensioenwet
  • artikel 46b, eerste lid Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling

DISCLAIMER

Deze factsheet is aangepast per 5-7-2024

Bij het onderdeel beoordelingsfase is de lijst met 5 aspecten verplaatst naar de nieuwe factsheet Wettelijk criteria invaarbeoordeling en beoordelingsraamwerk. Verder is een verwijzing naar het invaarsjabloon opgenomen.

Bij de onderdelen beoordelingsfase en besluitvormingsfase is meer informatie over (het proces rond) de bevindingenbrief, de toezichtbrief en de beschikking toegevoegd.

Bij het onderdeel Na het besluit is extra informatie over het toezicht van DNB op de naleving van mogelijke voorschriften opgenomen.

Ontdek gerelateerde artikelen