Er is een aantal gronden voor een verzoek tot vrijstelling.
- Vrijstelling in verband met een reeds bestaande pensioenvoorziening op het moment dat een verplichtstelling wordt aangevraagd of relevant wordt.
- Vrijstelling omdat de onder de verplichtstelling vallende onderneming onderdeel wordt van een concern waar al een pensioenvoorziening voor is, mits de betrokken vakorganisaties met het verzoek tot vrijstelling instemmen.
- Vrijstelling omdat de onderneming niet onder de voor die bedrijfstak geldende algemeen verbindend verklaarde CAO valt, mits de betrokken vakorganisaties met het verzoek tot vrijstelling instemmen.
- Vrijstelling in verband met onvoldoende beleggingsrendement van het bedrijfstakpensioenfonds blijkend uit de in de regeling nader uitgewerkte performancetoets.
In het besluit wordt een aantal voorschriften uitgewerkt bij het verlenen van vrijstelling. Zo dient een al bestaande pensioenvoorziening actuarieel en financieel gelijkwaardig te zijn aan die van het bedrijfstakpensioenfonds, wil vrijstelling kunnen worden verkregen. Ten aanleiding van de tweede, derde en vierde genoemde grond geldt de voorwaarde, dat het bedrijfstakpensioenfonds compensatie kan vragen voor het verzekeringstechnisch nadeel dat zij mogelijk lijdt