Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Vrijstelling vergunningplicht

Iedereen die in Nederland bedrijfsmatig betaaldiensten verleent, heeft daarvoor een vergunning nodig van De Nederlandsche Bank (DNB), of moet zijn vrijgesteld van de vergunningplicht. De vrijstelling is mogelijk voor ‘kleine’ betaaldienstverleners. Nadat aan DNB is aangetoond dat aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan en na inschrijving in het openbaar register van DNB, mag de betaaldienstverlener actief zijn in Nederland zonder te beschikken over een vergunning.

Gepubliceerd: 19 februari 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

U kunt DNB verzoeken om u als vrijgestelde betaaldienstverlener te laten inschrijven in het openbaar register van DNB. Dit doet u via een kennisgeving. U kunt uw kennisgeving indienen via de dienst Toezicht aanvragen. Om hiervan gebruik te kunnen maken, heeft u (of uw adviseur) eHerkenning nodig.

Om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling, stelt u eerst vast of de onderneming volgens de Wet op het financieel toezicht (artikel 1:1) daadwerkelijk een betaaldienstverlener is. Informatie hierover vindt u op de pagina: Definitie betaaldienstverlener.

Een aantal diensten wordt volgens de Wft specifiek niet aangemerkt als betaaldienst. Zie voor een overzicht de pagina: Diensten waarvoor geen vergunning nodig is.

In het kennisgevingsformulier wordt u gevraagd juridisch te onderbouwen of een onderneming gekwalificeerd kan worden als betaaldienstverlener. Wij adviseren u hierbij de hulp in te schakelen van een expert. Bijvoorbeeld een juridisch adviseur. In de praktijk zien we namelijk dat de ingediende kennisgeving vaker volledig en kwalitatief beduidend beter is als de onderneming zich laat bijstaan door een expert. Een complete en goed onderbouwde kennisgeving kunnen wij sneller en beter beoordelen.

Voorwaarden vrijstelling

DNB kan u alleen als vrijgestelde betaaldienstverlener inschrijven in het openbaar register als u ook aantoont dat u aan bepaalde voorwaarden uit Vrijstellingsregeling Wft voldoet. Kort gezegd gelden de volgende voorwaarden voor de vrijstelling (artikel 1a van de Vrijstellingsregeling Wft):

  • De betaaldiensten die u voornemens bent te verrichten, zijn een of meer van de betaaldiensten zoals bedoeld onder 1 tot en met 5 van de bijlage bij de Europese richtlijn betaaldiensten (2015/2366EU) (PSD2).
  • Voor betaaldienst 6 (geldtransfers), 7 (betalingsinitiatiediensten) en 8 (rekeninginformatiediensten) geldt artikel 1a van de Vrijstellingsregeling Wft niet.
  • De personen die het beleid van de onderneming bepalen of mede bepalen, zijn personen zonder antecedenten. Dit zoals bedoeld in het Besluit prudentiële regels Wft (artikel 6, onderdelen a, b, d) voor zover deze betrekking hebben op het witwassen van geld, terrorismefinanciering of vermogensmisdrijven, of als misdrijf aangemerkte overtredingen van financiële toezichtwetgeving.
  • De geldmiddelen van de betaaldienstgebruikers die worden of zijn ontvangen, worden door de onderneming zeker gesteld. Deze zekerstelling kan plaatsvinden door gebruik te maken van een stichting derdengelden, door te beschikken over een verzekeringspolis of een garantie van een verzekeraar of bank.
  • Voor meer informatie verwijzen wij u naar de pagina: Betaaldiensten waarvoor een vergunning nodig is
    • U verleent uitsluitend betaaldiensten in Nederland.
    • Het gemiddelde van het totale bedrag van de betalingstransacties die in de voorafgaande twaalf maanden zijn verricht, is niet hoger dan EUR 3 miljoen per maand.

Inschrijving in register

Nadat de onderneming zelf heeft vastgesteld dat ze als betaaldienstverlener aan alle voorwaarden van de Vrijstellingsregeling Wft (artikel 1a) voldoet, kan de onderneming DNB verzoeken haar als vrijgestelde betaaldienstverlener in te schrijven in het openbaar register. Dit doet u door het kennisgevingsformulier via het Digitaal Loket Toezicht volledig in te vullen én alle gevraagde bijlagen toe te voegen.

DNB gaat vervolgens na of u aantoont dat u aan bepaalde voorwaarden van de vrijstellingsregeling voldoet. Is dit het geval? Dan kan DNB uw onderneming inschrijven als vrijgestelde betaaldienstverlener in het openbaar register van DNB, waarna u de bedoelde diensten kunt gaan verrichten. Is dit niet het geval? Dan kunt u niet starten met het verlenen van de betaaldiensten.

Belangrijk om te weten: als uw onderneming als vrijgestelde betaaldienstverlener wordt ingeschreven in het openbaar register van DNB, betekent dit niet dat u onder regulier toezicht van DNB komt te staan. Daarom is het van belang dat wanneer u op uw website, in uw correspondentie of in andere uitingen verwijst naar de inschrijving in het openbaar register van DNB, u daarbij steeds expliciet vermeldt dat de onderneming niet onder toezicht staat van DNB. Dit betekent overigens niet dat er in het geheel geen verplichtingen op u rusten als vrijgestelde betaaldienstverlener.

Verplichtingen vrijgestelde betaaldienstverlener

Een vrijgestelde betaaldienstverlener is verplicht DNB te informeren over elke verandering in de situatie van de onderneming die relevant is voor de vrijstelling (artikel 1a, vierde lid, van de Vrijstellingsregeling Wft). Denk bijvoorbeeld aan territoriale uitbreiding van de dienstverlening (onder andere diensten ten behoeve van niet in Nederland gevestigde partijen), verandering in de antecedenten van de bestuurders, of de verwachting dat het bedrag van de betalingstransacties boven de drempelwaarde van EUR 3.000.000 per maand zal uitkomen. Als de onderneming niet (langer) voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling, kan hierop onmiddellijk en van rechtswege niet langer een beroep worden gedaan. Bij veranderingen in uw activiteiten dient u daarom tijdig voorbereidingen te treffen, bijvoorbeeld voor het aanvragen van een vergunning voor een betaalinstelling. U loopt anders het risico dat u in overtreding bent. Als activiteiten plaatsvinden zonder de benodigde vergunning, dan zult u uw activiteiten als betaaldienstverlener moeten staken. DNB kan indien u uw activiteiten voorzet zonder vergunning, overgaan tot het nemen van handhavingsmaatregelen.

Als de onderneming vrijgesteld is van de vergunningplicht, betekent dat niet dat zij niet onder toezicht staat. De onderneming dient namelijk te voldoen aan prudentiële vereisten, zoals onder meer genoemd in artikel 26e t/m 26h van het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr). Daarnaast ontslaat de vrijstelling de onderneming niet van haar verplichtingen van gedragstypische aard, waarop de Autoriteit Financiële Markten toezicht houdt (artikel 4:25d van de Wft gelezen in samenhang met Titel 7B van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek). DNB benadrukt ook dat een vrijgestelde betaaldienstverlener binnen de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) valt. Dit brengt onder meer met zich mee dat een vrijgestelde betaaldienstverlener ongebruikelijke transacties moet melden bij de Financiële Inlichtingen Eenheid (FIU-NL) en cliëntenonderzoek moet uitvoeren.

Ontdek gerelateerde artikelen