In dezelfde grootte (of eigenlijk kleinte) zijn regionale namen van de ijsvogel verwerkt: Iesfeugelke, ieshop, iesklepper, iespauwtje, iesvoggel, ijsfûgel, ijsvink, sluuswachter en de waterspecht. In 1997 leek het er even op dat de Nederlandse ijsvogel alleen nog op geld te zien zou zijn. Met slechts 35 tot 50 broedparen was de soort ernstig bedreigd. Inmiddels is de gulden met ijsvogel verdwenen maar gelukkig het vogeltje, met in 2022 tussen de 1050 en 1250 paren, gebleven! Een prachtige demonstratie van de onderliggende symboliek van de ijsvogel, want in de Nederlandse traditie staat de vogel symbool voor vertrouwen in een goede afloop ondanks tegenspoed!
De DNB directie keurde het biljet op 30 mei 1996 al goed, maar het biljet is gedateerd op 1 juli 1997, de datum dat Nout Wellink werd benoemd tot president. Hij was fan van het biljet en noemde het “gedurfd” en “artistiek”. Dit is het eerste (en enige) guldenbiljet dat is ondertekend door deze kersverse president. Als allerlaatste guldenbiljet circuleerde de IJsvogel slechts enkele jaren tot de invoering van de euro in 2002. Over eurobiljetten gesproken, wist je dat Europese burgers tot 31 augustus 2023 in een online enquête kunnen meedenken over het uiterlijk van nieuwe eurobankbiljetten? Vogels zijn weer van de partij!
De f 10 circuleerde van 1 september 1997 tot 1 januari 2002. Het is ondertekend door DNB president Wellink. Tot 1 januari 2032 kan dit biljet nog ingewisseld worden bij de Kasbalie.