DNB verwacht van een pensioenfonds dat het de volgende vijf stappen in een beleggingscyclus adresseert en vastlegt:
I. Stappen van de beleggingscyclus
Stap 1 Vaststellen doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder risicohouding
Een pensioenfonds formuleert op grond van artikel 102a Pensioenwet (Pw) doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder een risicohouding. De beleidsuitgangspunten bevatten onder andere de beleggingsbeginselen van het pensioenfonds.
Het pensioenfonds bepaalt in samenspraak met de pensioenfondsorganen de risicohouding. Essentieel hierbij is dat het pensioenfonds de in ogenschouw genomen risicomaatstaven helder en in onderlinge samenhang definieert. Het resulterende risicoprofiel is het uitgangspunt voor nadere invulling van het strategisch beleggingsbeleid in stap 2 van de cyclus.
Duurzaam beleggen
In 2017 en 2018 heeft DNB gesprekken gevoerd met een aantal pensioenfondsen en uitvoerders die voorop lopen op het terrein van duurzaam beleggen. De focus lag daarbij op de praktische uitvoering: hoe zorgt een pensioenfonds voor een succesvolle implementatie van een duurzaam beleggingsbeleid? DNB heeft enkele beelden en ‘lessons learnt’ uit deze gesprekken samengebracht in een sectorbrief. Streven is dat pensioenfondsen zo kunnen leren van elkaars ervaringen.
Stap 2 Strategisch beleggingsbeleid en beleggingsplan
Een pensioenfonds stelt, op grond van artikel 13a Besluit FTK, voor de langere termijn een strategisch beleggingsbeleid vast dat aansluit bij de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van het pensioenfonds en is gebaseerd op gedegen onderzoek.
Het strategisch beleggingsbeleid bevat in ieder geval:
- een beschrijving van de beleggingsdoelstelling;
- de samenstelling van de beoogde beleggingsportefeuille; en
- de mate waarin van de beoogde beleggingsportefeuille kan worden afgeweken.
Het strategisch beleggingsbeleid wordt in een beleggingsplan uitgewerkt. Het beleggingsplan is concreet uitgewerkt met restricties (bandbreedtes, sector, regio, etc.) én bevat begrenzingen voor onder meer renterisico’s, marktrisico’s, ruimte voor actief en tactisch beleid (bijvoorbeeld via tracking error), concentratierisico en is voldoende onderbouwd. Zie bijvoorbeeld de sectorbrief over een themaonderzoek naar de beheersing van renterisico.
Zowel stap 1 als stap 2 zijn gebaseerd op gedegen onderzoek dat zowel kwalitatief als kwantitatief van aard is. Bijvoorbeeld op basis van (stochastische en deterministische) scenarioanalyses in een ALM-omgeving, beleggingsrisicoanalyses, generatie-effecten, onderzoek naar risicobereidheid- onder deelnemers, studie van de portefeuilleconstructie en toetsing aan beleggingsovertuigingen.
In geval van een herstelsituatie is aanpassing van het risicoprofiel aan bepaalde voorwaarden verbonden.
Meer informatie: